Einde inhoudsopgave
Wet dieren
Artikel 2.4 Identificatie van dieren
Geldend
Geldend vanaf 21-04-2021
- Bronpublicatie:
28-06-2012, Stb. 2012, 346 (uitgifte: 24-07-2012, kamerstukken: 32574)
22-12-2011, Stb. 2012, 19 (uitgifte: 26-01-2012, kamerstukken: 32871)
19-05-2011, Stb. 2011, 345 (uitgifte: 12-07-2011, kamerstukken: 31389)
- Inwerkingtreding
21-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-03-2021, Stb. 2021, 168 (uitgifte: 06-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
24-03-2021, Stb. 2021, 168 (uitgifte: 06-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
24-03-2021, Stb. 2021, 168 (uitgifte: 06-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
De inwerkingtreding van deze wijziging is gelijkgesteld met de inwerkingtreding van dit artikel (19-05-2011, Stb. 345). Inwerkingtreding voorheen: 08-02-2012, vastgesteld bij het KB van 25-01-2012, Stb. 31.
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor de uitvoering van bindende onderdelen van EU-rechtshandelingen over de identificatie van dieren behorende tot bij die maatregel aangewezen diersoorten of diercategorieën.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor het onderwerp, bedoeld in het eerste lid, regels worden gesteld voor bij deze maatregel aangewezen diersoorten of diercategorieën die betrekking hebben op onder meer:
- a.
de verplichting tot identificatie;
- b.
de hoedanigheid van de identificatiemiddelen;
- c.
de gegevens die in of op de identificatiemiddelen worden vermeld of vastgelegd;
- d.
de wijze en het moment van aanbrengen van identificatiemiddelen;
- e.
de verwijdering en vervanging van identificatiemiddelen;
- f.
de productie, het vervoeren, het te koop aanbieden, het verkopen, het voorhanden of in voorraad hebben, het afleveren en het in de handel brengen van identificatiemiddelen;
- g.
het document waarin gegevens met betrekking tot de identificatie van dieren worden vastgelegd, en
- h.
een verbod op het houden van een bepaald dier, bepaalde diersoorten of diercategorieën, indien niet is voldaan aan ten aanzien van dat dier of die dieren gestelde regels als bedoeld in de onderdelen a tot en met g.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen tevens regels worden gesteld met betrekking tot dieren en het bedrijf waar de dieren worden of zijn gehouden, ingeval ten aanzien van één of meer van de op het bedrijf aanwezige dieren niet kan worden voldaan aan de krachtens dit artikel gestelde regels.