Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/21/EG betreffende het beheer van afval van winningsindustrieën en houdende wijziging van Richtlijn 2004/35/EG
Artikel 6 Preventie van zware ongevallen en informatieverstrekking
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2006
- Bronpublicatie:
15-03-2006, PbEU 2006, L 102 (uitgifte: 11-04-2006, regelingnummer: 2006/21/EG)
- Inwerkingtreding
01-05-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2006, PbEU 2006, L 102 (uitgifte: 11-04-2006, regelingnummer: 2006/21/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De bepalingen van dit artikel zijn van toepassing op afvalvoorzieningen van categorie A, met uitzondering van de afvalvoorzieningen die vallen onder Richtlijn 96/82/EG.
2.
Onverminderd andere communautaire wetgeving en in het bijzonder Richtlijn 92/91/EEG en Richtlijn 92/104/EEG, zorgen de lidstaten ervoor dat de gevaren van zware ongevallen in kaart zijn gebracht en dat in het ontwerp, de bouw, de exploitatie, het onderhoud, de sluiting en de follow-up van de sluiting van de afvalvoorziening de noodzakelijke elementen zijn opgenomen om dergelijke ongevallen te voorkomen en de nadelige gevolgen daarvan voor de gezondheid van de mens en/of voor het milieu, met inbegrip van grensoverschrijdende gevolgen, te beperken.
3.
Voor de toepassing van lid 2 legt elke exploitant, voordat de exploitatie begint, een preventiebeleid voor zware ongevallen met betrekking tot het beheer van winningsafval vast en voert een veiligheidsbeheersysteem in dat overeenkomstig de in punt 1 van bijlage I beschreven elementen wordt uitgevoerd. Tevens voert hij een intern noodplan in met de maatregelen die moeten worden genomen op het terrein, wanneer zich een ongeval voordoet.
In het kader van dat beleid stelt de exploitant een veiligheidsmanager aan die verantwoordelijk is voor de uitvoering van en het periodieke toezicht op het preventiebeleid voor zware ongevallen.
De bevoegde autoriteit stelt een extern noodplan op voor de maatregelen die buiten het terrein moeten worden genomen wanneer zich een ongeval voordoet. In het kader van de vergunningsaanvraag verstrekt de exploitant de bevoegde autoriteit de benodigde informatie zodat deze het plan kan opstellen.
4.
De in lid 3 bedoelde noodplannen hebben de volgende doelstellingen:
- a)
beperken en beheersen van zware ongevallen en andere incidenten teneinde de effecten ervan tot een minimum te beperken, en in het bijzonder het beperken van schade aan de gezondheid van de mens en het milieu;
- b)
uitvoeren van de maatregelen die noodzakelijk zijn om de gezondheid van de mens en het milieu te beschermen tegen de effecten van zware ongevallen en andere incidenten;
- c)
verstrekken van de nodige informatie aan het betrokken publiek en aan de betrokken diensten of autoriteiten in het gebied;
- d)
zorgen voor de rehabilitatie, het herstel en de sanering van het milieu na een zwaar ongeval.
De lidstaten zorgen ervoor dat de exploitant de bevoegde autoriteit bij een zwaar ongeval onmiddellijk alle informatie verstrekt die nodig is om de gevolgen van het ongeval voor de gezondheid van de mens tot een minimum te helpen beperken en de omvang van de feitelijke of potentiële milieuschade te beoordelen en tot een minimum te beperken.
5.
De lidstaten zorgen ervoor dat het betrokken publiek vroegtijdig en effectief in de gelegenheid wordt gesteld te participeren in de voorbereiding of de beoordeling van het externe noodplan dat moet worden opgesteld overeenkomstig lid 3. Daartoe moet het betrokken publiek worden geïnformeerd over dergelijke voorstellen en moet relevante informatie beschikbaar worden gesteld, met inbegrip van onder meer informatie over het recht om te participeren in het besluitvormingsproces en informatie over de bevoegde autoriteit waaraan opmerkingen en vragen kunnen worden gericht.
De lidstaten zorgen ervoor dat het betrokken publiek gerechtigd is om binnen een redelijk tijdsbestek opmerkingen naar voren te brengen en dat in de besluitvorming over het externe noodplan terdege rekening wordt gehouden met deze opmerkingen.
6.
De lidstaten zorgen ervoor dat informatie over veiligheidsmaatregelen en over de maatregelen die moeten worden genomen bij ongevallen, die ten minste de in punt 2 van bijlage I genoemde elementen omvat, kostenloos en automatisch aan het betrokken publiek wordt verstrekt.
De informatie wordt om de drie jaar beoordeeld en, waar nodig, bijgesteld.