Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 7
Artikel 399e [Aanstelling zetboer na goedkeuring grondkamer]
Geldend
Geldend vanaf 31-10-2007. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-09-2007
- Redactionele toelichting
Bij de wijziging van 26-04-2007, Stb. 163 is dit artikel gepubliceerd als art. 404.
- Bronpublicatie:
18-10-2007, Stb. 2007, 395 (uitgifte: 30-10-2007, kamerstukken: 31107)
- Inwerkingtreding
31-10-2007, terugwerkend tot: 01-09-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2007, Stb. 2007, 395 (uitgifte: 30-10-2007, kamerstukken: 31107)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht / Pachtrecht
Vastgoedrecht / Pacht
1.
Het aanstellen of het aangesteld houden van een zetboer behoeft de voorafgaande goedkeuring van de grondkamer.
2.
Onder zetboer wordt verstaan degene, aan wie de exploitatie van een hoeve of los land door de eigenaar of rechthebbende is overgedragen en die daarbij een belangrijke invloed op de leiding van het bedrijf heeft verkregen en als tegenprestatie een vergoeding ontvangt.
3.
De grondkamer keurt de aanstelling van de zetboer slechts goed, indien daarvoor bijzondere redenen aanwezig zijn. Zij treedt niet in een beoordeling van de voorwaarden der aanstelling.