Einde inhoudsopgave
Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof
Artikel 78 Strafoplegging
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
17-07-1998, Trb. 2000, 120 (uitgifte: 17-10-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-07-2002, Trb. 2002, 135 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
Overeenkomstig het Reglement van proces- en bewijsvoering houdt het Hof bij de strafoplegging rekening met factoren als de ernst van het misdrijf en de specifieke omstandigheden van de veroordeelde persoon.
2.
Bij de oplegging van een einduitspraak tot gevangenisstraf brengt het Hof de tijd in mindering die overeenkomstig een bevel van het Hof in hechtenis is doorgebracht. Het Hof kan de tijd in mindering brengen die anderszins in hechtenis is doorgebracht in verband met gedragingen die ten grondslag liggen aan het misdrijf.
3.
Wanneer een persoon voor meer dan een misdrijf is veroordeeld wijst het Hof een einduitspraak voor elk misdrijf en bepaalt het in een gevoegde einduitspraak waarin de totale duur van de gevangenisstraf wordt vermeld. Deze duur is niet korter dan de hoogste afzonderlijk opgelegde straf en niet langer dan 30 jaar gevangenisstraf of levenslange gevangenisstraf overeenkomstig artikel 77, eerste lid, onder b.