Einde inhoudsopgave
Regeling Tijdelijke wet Groningen
Artikel 1a.1
Geldend
Geldend vanaf 30-09-2023
- Bronpublicatie:
26-09-2023, Stcrt. 2023, 27013 (uitgifte: 29-09-2023, regelingnummer: WJZ/ 37192647)
- Inwerkingtreding
30-09-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-09-2023, Stcrt. 2023, 27013 (uitgifte: 29-09-2023, regelingnummer: WJZ/ 37192647)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Bouwrecht / Veiligheid en milieu
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
1.
Het Instituut heeft de taak knelpunten als gevolg van schade, niet zijnde bijzondere situaties of vastgelopen situaties, op te lossen die ontstaan door het kader, bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de wet.
2.
Het Instituut heeft de taak een bijzondere situatie op te lossen waarin de benadeelde:
- a.
schade heeft geleden of ten aanzien van het gebouw waarvan hij eigenaar is een versterkingsbesluit ontvangt of heeft ontvangen;
- b.
een aantoonbaar medisch, psychisch of sociaal probleem heeft; en
- c.
door persoonlijke omstandigheden in ernstige financiële problemen is gekomen of dreigt te komen of failliet is gegaan of dreigt te gaan.
3.
Het Instituut heeft de taak een vastgelopen situatie op te lossen waarin de benadeelde:
- a.
in schrijnende omstandigheden terecht is gekomen of dreigt te komen:
- 1°
doordat de algehele staat of conditie van het te herstellen of versterken pand zwak is als gevolg van constructieve problemen; of
- 2°
door andere factoren;
- b.
eigenaar is van een gebouw gelegen in een gemeente in het gebied waar het Instituut het bewijsvermoeden, bedoeld in artikel 177a van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek toepast; en
- c.
in een situatie verkeert die niet op redelijke of adequate wijze kan worden opgelost met behulp van bestaande voorzieningen.