Einde inhoudsopgave
Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, van 12 Augustus 1949
Artikel 106
Geldend
Geldend vanaf 21-10-1950
- Bronpublicatie:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-10-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-08-1949, Trb. 1951, 75 (uitgifte: 14-06-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Zodra hij is geïnterneerd of uiterlijk één week na aankomst in een interneringsoord en evenzo in geval van ziekte, overbrenging naar een ander interneringsoord of naar een ziekeninrichting, zal iedere geïnterneerde in de gelegenheid worden gesteld enerzijds aan zijn familie en anderzijds aan het Centraal Bureau, bedoeld in artikel 140, rechtstreeks een interneringskaart te zenden, zo mogelijk overeenkomstig het als bijlage aan dit Verdrag gehecht model, welke hen inlicht over zijn internering, adres en gezondheidstoestand. Bedoelde kaarten moeten met de grootst mogelijke spoed worden doorgezonden en mogen op geen enkele wijze worden opgehouden.