Richtlijn 2007/74/EG betreffende de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde en accijnzen op goederen die worden ingevoerd door reizigers komende uit derde landen
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 29-12-2007
- Bronpublicatie:
20-12-2007, PbEU 2007, L 346 (uitgifte: 29-12-2007, regelingnummer: 2007/74/EG)
- Inwerkingtreding
29-12-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2007, PbEU 2007, L 346 (uitgifte: 29-12-2007, regelingnummer: 2007/74/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
Omzetbelasting / Vrijstelling
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
- 1.
‘derde land’: elk land dat geen lidstaat van de Europese Unie is;
Gelet op de fiscale overeenkomst tussen Frankrijk en het Prinsdom Monaco van 18 mei 1963 en de Convenzione di amicizia e buon vicinato (Verdrag van vriendschap en goede nabuurschap) tussen Italië en de Republiek San Marino van 31 maart 1939, worden Monaco en San Marino vanuit een oogpunt van accijnzen niet als derde land beschouwd.
- 2.
‘grondgebied waar de communautaire regels inzake hetzij btw, hetzij accijnzen, hetzij beide niet van toepassing zijn’: elk grondgebied, niet zijnde een grondgebied van een derde land, waar hetzij Richtlijn 2006/112/EG(1), hetzij Richtlijn 92/12/EEG, hetzij beide, niet van toepassing zijn;
Gelet op de Agreement between the Governments of the United Kingdom and the Isle of Man on Customs and Excise and associated matters (Overeenkomst tussen de regeringen van het Verenigd Koninkrijk en het eiland Man over douane en accijnzen en daarmee verband houdende zaken) van 15 oktober 1979, wordt het eiland Man niet beschouwd als een grondgebied waar de communautaire regels inzake hetzij btw, hetzij accijnzen, hetzij beide, niet van toepassing zijn.
- 3.
‘luchtreizigers’ en ‘zeereizigers’: personen die reizen door de lucht of over zee, met uitzondering van de particuliere plezierlucht- of -zeevaart;
- 4.
‘particuliere plezierluchtvaart’ en ‘particuliere plezierzeevaart’: het gebruik van een luchtvaartuig of een zeewaardig vaartuig door de eigenaar daarvan of door de natuurlijke of rechtspersoon die het gebruiksrecht daarvan geniet door huur of anderszins, voor andere dan commerciële doeleinden en met name voor andere doeleinden dan voor het vervoer van personen of goederen of voor het verrichten van diensten onder bezwarende titel, dan wel ten behoeve van overheidsinstanties;
- 5.
‘grensgebied’: een gebied dat zich in rechte lijn niet verder dan 15 km vanaf de grens van een lidstaat uitstrekt, en dat de gemeenten die slechts gedeeltelijk binnen dat gebied vallen, in hun geheel omvat; de lidstaten mogen hierop uitzonderingen toestaan;
- 6.
‘grensarbeider’: ieder die zich voor zijn gewone werkzaamheden op zijn werkdagen naar de andere zijde van de grens dient te begeven.
Voetnoten
PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2006/138/EG (PB L 384 van 29.12.2006, blz. 92).