Einde inhoudsopgave
Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 30 Gasvormige of gasvormende gewasbeschermingsmiddelen en biociden in besloten ruimten
Geldend
Geldend vanaf 17-10-2007
- Redactionele toelichting
Dit artikel treedt tegelijk in werking met de Wet gewasbescherming en biociden (17-02-2007, Stb. 125).
- Bronpublicatie:
05-09-2007, Stb. 2007, 334 (uitgifte: 25-09-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
17-10-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-10-2007, Stb. 2007, 386 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Degene die een gewasbeschermingsmiddel of biocide in een gasvormige of gasvormende toestand in een besloten ruimte toepast, draagt er zorg voor dat:
- a.
inwerking en verspreiding van het gewasbeschermingsmiddel of de biocide buiten de ruimte of grond, waarin deze behandeling plaatsvindt zoveel mogelijk wordt voorkomen;
- b.
alle toegangen zijn voorzien van een door Onze Minister vastgesteld waarschuwingssignaal alsmede naar een door Onze Minister opgesteld model vastgesteld opschrift inzake de aard en het gevaar van het gewasbeschermingsmiddel of de biocide;
- c.
de ruimte ontoegankelijk is voor onbevoegden;
- d.
na de in het gebruiksvoorschrift van het toegepaste gewasbeschermingsmiddel of biocide opgenomen veiligheidstermijn de aanwezigheid of de concentratie van het toegepaste gewasbeschermingsmiddel of de toegepaste biocide wordt gemeten met een daartoe geschikt instrument;
- e.
het waarschuwingssignaal en het opschrift, bedoeld in onderdeel b, worden na de meting, bedoeld in onderdeel d, zo mogelijk, afhankelijk van het resultaat van de meting, verwijderd.
2.
Onze Minister kan bij ministeriële regeling voor daarbij aan te wijzen gasvormige en gasvormende gewasbeschermingsmiddelen of biociden nadere regels stellen en vrijstelling verlenen van verplichtingen als bedoeld in het eerste lid, onder de bij die vrijstelling gegeven voorwaarden en beperkingen.