Einde inhoudsopgave
Veteranenbesluit
Artikel 5 Voorbereiden van militairen op daadwerkelijke inzet
Geldend
Geldend vanaf 28-06-2014
- Bronpublicatie:
19-06-2014, Stb. 2014, 221 (uitgifte: 25-06-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-06-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-06-2014, Stb. 2014, 221 (uitgifte: 25-06-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Nationale ombudsman
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Maatschappelijke ondersteuning / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De Commandant der Strijdkrachten draagt er zorg voor dat militairen die zijn aangewezen voor uitzending deelnemen aan een opwerkprogramma, dat ten minste bestaat uit een opleiding gericht op de specifieke kenmerken van de missie en het uitzendgebied en een training gericht op de algemene kenmerken van een uitzending.
2.
De Commandant der Strijdkrachten draagt er zorg voor dat militairen tijdig worden opgeleid in het herkennen van en omgaan met gevechtsstress en worden geïnformeerd over hygiëne en preventieve gezondheidszorg in het operatiegebied.
3.
De opleiding en training bieden de militair ten minste inzicht in de zorgaspecten van de uitzending waaronder:
- a.
de locaties, taken en bevoegdheden van zorgverleners in het uitzendgebied;
- b.
de bevoegdheden en verantwoordelijkheden op het gebied van zorg van de commandanten in het uitzendgebied en hetgeen de militair in het uitzendgebied daaromtrent mag verwachten.
4.
De Commandant der Strijdkrachten bevordert de deelname van de militair aan een door de Dienst Geestelijke Verzorging georganiseerde uitzendconferentie, gericht op het ondersteunen en geestelijk weerbaar maken van de militair.
5.
De Commandant der Strijdkrachten organiseert vóór het vertrek van de militair voor de militair en zijn relaties een thuisfrontinformatiedag en bevordert dat zij daaraan deelnemen.
6.
Indien operationele noodzaak het op korte termijn vertrekken van een militair naar een uitzendgebied noodzakelijk maakt en daardoor onvoldoende gelegenheid bestaat om de in dit artikel bedoelde opleiding en voorbereiding te volgen, draagt de Commandant der Strijdkrachten er zorg voor dat de militair en diens relaties zich op een andere manier zo goed mogelijk kunnen voorbereiden en dat hen de noodzakelijke informatie en kennis wordt aangeboden.