Artikel 6

binnenschepen met een lengte van ten minste 20 meter;

binnenschepen waarvoor het product van lengte, breedte en diepgang ten minste 100 m³ bedraagt;

sleepboten, duwboten of sleepduwboten, die zijn bestemd of worden gebruikt om de schepen bedoeld onder a en b of drijvende werktuigen met vergelijkbare afmetingen als bedoeld onder a en b te slepen, te duwen of langszij gekoppeld mee te voeren;

passagiersschepen;

veerponten die zijn bestemd of worden gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan twaalf personen buiten de bemanningsleden;

veerboten;

drijvende werktuigen;

binnenschepen die gevaarlijke stoffen als bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen vervoeren;

binnenschepen die krachtens het Binnenvaartpolitiereglement of het Rijnvaartpolitiereglement 1995 zijn toegelaten tot het ligplaats nemen langszijde van een binnenschip als bedoeld in onderdeel h; of

samenstellen van hecht aan elkaar verbonden schepen met een gezamenlijke afmeting als bedoeld in onderdeel a of b;

bunkerstations met een afmeting als bedoeld in de onderdelen a of b.