Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 2:3c [Inschrijving betaaldienstagent in register]
Geldend
Geldend vanaf 19-02-2019
- Bronpublicatie:
05-12-2018, Stb. 2018, 503 (uitgifte: 27-12-2018, kamerstukken: 34813)
- Inwerkingtreding
19-02-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-02-2019, Stb. 2019, 60 (uitgifte: 18-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een betaalinstelling die voornemens is betaaldiensten te verlenen door tussenkomst van een betaaldienstagent, stelt de Nederlandsche Bank hiervan in kennis onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
2.
De Nederlandsche Bank schrijft de betaaldienstagent in het register, bedoeld in artikel 1:107, indien zij de juistheid van de in het eerste lid bedoelde gegevens heeft kunnen vaststellen en informeert hierover de betaalinstelling binnen twee maanden na ontvangst van de gegevens. Indien de Nederlandsche Bank de juistheid van de gegevens niet heeft kunnen vaststellen brengt zij de betaalinstelling daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte. De betaalinstelling verleent niet eerder diensten door tussenkomst van een betaaldienstagent dan nadat deze is ingeschreven.
3.
Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op elektronischgeldinstellingen met zetel in Nederland die door tussenkomst van een betaaldienstagent betaaldiensten verlenen.