Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2304/2002 houdende uitvoering van Besluit 2001/822/EG van de Raad betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Gemeenschap (‘LGO-besluit’)
Artikel 18 Toezichtcomité's
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2002
- Bronpublicatie:
20-12-2002, PbEG 2002, L 348 (uitgifte: 21-12-2002, regelingnummer: 2304/2002)
- Inwerkingtreding
21-12-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2002, PbEG 2002, L 348 (uitgifte: 21-12-2002, regelingnummer: 2304/2002)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Europees belastingrecht (V)
1.
Een toezichtcomité houdt toezicht op de tenuitvoerlegging van elk EPD.
Het toezichtcomité wordt uiterlijk drie maanden na de goedkeuring van het EPD door de LGO-autoriteiten opgericht.
2.
Het toezichtcomité wordt voorgezeten door de territoriale ordonnateur of zijn vertegenwoordiger.
Een vertegenwoordiger van de Commissie en, in voorkomend geval, van de Europese Investeringsbank neemt met raadgevende stem aan de werkzaamheden van het toezichtcomité deel.
De door de LGO aangewezen autoriteiten of instanties, de Commissie, de betrokken lidstaat en, in voorkomend geval, de Europese Investeringsbank en/of elke andere cofinancierende instelling worden in het comité vertegenwoordigd. Wanneer regionale en plaatselijke autoriteiten en particuliere ondernemingen voor de uitvoering van een project bevoegd zijn en wanneer zij rechtstreeks bij een project betrokken zijn, moeten zij eveneens in deze comités vertegenwoordigd zijn.
3.
Het toezichtcomité stelt zijn eigen huishoudelijk reglement vast binnen het institutionele, wettelijke en financiële kader van de betrokken LGO en in overleg met de territoriale ordonnateur.
4.
Voor de bijeenkomsten van het toezichtcomité legt de territoriale ordonnateur voortgangsverslagen voor in overeenstemming met het door de Commissie verstrekte model. De Commissie moet het verslag 15 werkdagen voor de voorgenomen bijeenkomst ontvangen.
5.
Om de doeltreffendheid en de kwaliteit van de tenuitvoerlegging van de steunverlening te controleren moet het toezichtcomité:
- a)
regelmatig onderzoeken welke vorderingen zijn gemaakt bij de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen van het EPD;
- b)
het in artikel 22 bedoelde tussentijdse verslag onderzoeken voordat het aan de Commissie wordt toegezonden;
- c)
het jaarverslag en het eindverslag over de uitvoering onderzoeken en goedkeuren voordat zij aan de Commissie worden toegezonden;
- d)
elk voorstel tot wijziging van de inhoud van het EPD onderzoeken en goedkeuren.