Einde inhoudsopgave
Dagloonbesluit werknemersverzekeringen
Artikel 1 Definities
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
27-06-2023, Stb. 2023, 240 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2023, Stb. 2023, 247 (uitgifte: 07-07-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet invoering minimumuurloon (12-05-2023, Stb. 168).
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
In dit besluit wordt verstaan onder:
- a.
aangiftetijdvak: het tijdvak van vier weken dan wel één maand waarop de aangifte waarop de ingehouden loonbelasting wordt afgedragen, betrekking heeft danwel, indien de werkgever over een afwijkend tijdvak aangifte doet, het tijdvak waarover loon is betaald van één maand of vier weken of herleid tot één maand of vier weken;
- b.
arbeidsongeschikt(heid): arbeidsongeschikt(heid) als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de WAO of volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid en gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid als bedoeld in de artikelen 4 en 5 van de Wet WIA;
- c.
arbeidsurenverlies: het arbeidsurenverlies, bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de WW;
- d.
arbeidsvoorwaardenbedrag: het aan de werknemer toegekende en in geld uitgedrukte toekomstige loonbestanddeel, niet zijnde een afzonderlijke opbouw van vakantiebijslag, dat is opgebouwd ingevolge afspraken in de individuele of collectieve arbeidsovereenkomst, voor zover dit toekomstige loonbestanddeel kan leiden tot loon als bedoeld in artikel 16 van de Wfsv;
- e.
bedrag dat als loon is uitbetaald ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag: het door de werkgever als loon in de zin van artikel 16 van de Wfsv uitbetaalde bedrag ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag voor zover dit loon belastbaar is op grond van de Wet op de loonbelasting 1964;
- f.
gebroken aangiftetijdvak: een aangiftetijdvak dat deels binnen en deels buiten de referteperiode, bedoeld in de artikelen 2, 12b en 13, valt;
- g.
het UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- h.
minimumjeugdloonpercentage: een percentage als bedoeld in artikel 8, derde lid, van de WML;
- i.
minimumloon: het minimumloon per maand, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, van de WML, gedeeld door 21,75;
- j.
- k.
reguliere WW-uitkering: een uitkering op grond van de WW, niet zijnde een uitkering op grond van artikel 18 of op grond van hoofdstuk IV van die wet;
- l.
verlof: een tussen de werkgever en werknemer voor een gedeelte of het geheel van de arbeidstijd overeengekomen tijdvak, waarin de werknemer geen arbeid jegens de werkgever verricht, met uitzondering van verlof als bedoeld in de artikelen 3:1 en 3:2 van de Wazo;
- m.
- n.
WAO-dagloon: het dagloon, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de WAO;
- o.
WAO-vervolgdagloon: het vervolgdagloon, bedoeld in artikel 21b van de WAO;
- p.
Wazo:Wet arbeid en zorg;
- q.
Wazo-dagloon: het dagloon, bedoeld in 3:13, tweede lid, 4:2b, vierde lid, en 6:3, vierde lid, van de Wazo;
- r.
- s.
WIA-dagloon: het dagloon, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet WIA;
- t.
- u.
- v.
WW:Werkloosheidswet;
- w.
WW-dagloon: het dagloon, bedoeld in artikel 1b, eerste lid, van de WW;
- x.
ziek/ziekte: ongeschikt(heid) tot het verrichten van zijn of haar arbeid als bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de ZW;
- y.
ZW:Ziektewet;
- z.
ZW-dagloon: het dagloon, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de ZW.
2.
Voor de toepassing van dit besluit is maandag de eerste dag van de kalenderweek en zijn de eerste vijf dagen van de kalenderweek dagloondagen.