Einde inhoudsopgave
Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022
Artikel 2.2 Hooggekwalificeerde banen Europese blauwe kaart
Geldend
Geldend vanaf 12-06-2024
- Redactionele toelichting
De wijzigingsopdracht betreffende lid 7 (nieuw) komt niet overeen met de te wijzigen tekst. Gecorrigeerd via een verbeterblad (27-06-2024).
- Bronpublicatie:
03-06-2024, Stb. 2024, 150 (uitgifte: 11-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-06-2024, Stb. 2024, 150 (uitgifte: 11-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Het verbod is niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die houder is van een door Onze Minister van Justitie en Veiligheid ter uitvoering van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2021/1883 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2021 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, en tot intrekking van Richtlijn 2009/50/EG van de Raad (PbEU 2021, L 382/1) afgegeven Europese blauwe kaart, dan wel van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf onder een beperking verband houdend met verblijf als houder van een Europese blauwe kaart, voor zover die vreemdeling:
- a.
beschikt over relevante hogere beroepskwalificaties; en
- b.
van de werkgever een vast brutoloon voor de arbeid ontvangt van ten minste € 5.331 per maand, waartoe niet wordt gerekend de door de werkgever te betalen vakantiebijslag, dan wel ten minste € 4.265 per maand, waartoe niet wordt gerekend de door de werkgever te betalen vakantiebijslag, indien hij niet meer dan drie jaar voor de aanvraag voor een Europese blauwe kaart, een getuigschrift van hoger onderwijs heeft behaald.
2.
Het verbod is eveneens niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die arbeid verricht als bedoeld in het eerste lid, en daarnaast arbeid als zelfstandige verricht.
3.
Het verbod is eveneens niet van toepassing op een vreemdeling die houder is van een door een andere lidstaat van de Europese Unie afgegeven Europese blauwe kaart en die gedurende maximaal 90 dagen in een periode van 180 dagen in een of meer tweede lidstaten binnenkomt en verblijft om er een werkactiviteit uit te oefenen bestaande uit:
- a.
het bijwonen van interne of externe bedrijfsvergaderingen;
- b.
het sluiten van overeenkomsten met bedrijven en instellingen;
- c.
het bijwonen van conferenties of seminars;
- d.
het onderhandelen over zakelijke transacties;
- e.
het verrichten van verkoop- of marketingactiviteiten;
- f.
het onderzoeken van bedrijfsopportuniteiten; of
- g.
het bijwonen en volgen van een opleiding.
4.
Het verbod is eveneens niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die 30 dagen of meer in afwachting is van de beslissing op een aanvraag voor een Europese blauwe kaart en tevens houder is van een door een andere lidstaat van de Europese Unie afgegeven Europese blauwe kaart.
5.
Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op een houder van een door een andere lidstaat van de Europese Unie afgegeven verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen met de vermelding ‘voormalig houder van een Europese blauwe kaart’.
6.
Indien tijdens de periode van drie jaar de geldigheidsduur van de afgegeven Europese blauwe kaart wordt verlengd, blijft het in het eerste lid, onder b, genoemde bedrag van ten minste € 4.265 per maand van toepassing indien:
- a.
de eerste periode van drie jaar niet is verstreken, of
- b.
er na de afgifte van de eerste Europese blauwe kaart nog geen 24 maanden zijn verstreken.
7.
De in het eerste lid, onder b genoemde bedragen worden jaarlijks met ingang van 1 januari gewijzigd met het percentage waarmee het indexcijfer van de CAO-lonen over de maand oktober daaraan voorafgaand, gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek, afwijkt van het indexcijfer waarop de laatste vaststelling van de bedragen is gebaseerd. De gewijzigde bedragen worden door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant.
8.
Het loon, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, wordt door de werkgever over een periode van ten hoogste een maand, bijgeschreven op een bankrekening, bestemd voor girale betaling, op naam van de vreemdeling.