Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit 2008/913/JBZ betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht
Artikel 9 Rechtsmacht
Geldend
Geldend vanaf 06-12-2008
- Bronpublicatie:
28-11-2008, PbEU 2008, L 328 (uitgifte: 06-12-2008, regelingnummer: 2008/913/JBZ)
- Inwerkingtreding
06-12-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-2008, PbEU 2008, L 328 (uitgifte: 06-12-2008, regelingnummer: 2008/913/JBZ)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Staatsrecht / Grondrechten
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om zijn rechtsmacht te vestigen ten aanzien van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde gedragingen, indien deze:
- a)
geheel of gedeeltelijk op zijn grondgebied zijn begaan;
- b)
door een van zijn onderdanen zijn begaan, of
- c)
tot voordeel strekken van een rechtspersoon met hoofdkantoor op het grondgebied van die lidstaat.
2.
Bij het vestigen van zijn rechtsmacht overeenkomstig lid 1, onder a), neemt elke lidstaat de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zijn rechtsmacht zich uitstrekt tot gevallen waarin de gedraging via een informatiesysteem is begaan en:
- a)
de dader de gedraging begaat terwijl hij zich fysiek op het grondgebied van de lidstaat bevindt, ongeacht of bij de gedraging materiaal wordt gebruikt dat via een informatiesysteem op dat grondgebied wordt aangeboden;
- b)
bij de gedraging materiaal wordt gebruikt dat via een informatiesysteem op zijn grondgebied wordt aangeboden, ongeacht of de dader de gedraging begaat terwijl hij zich fysiek op dat grondgebied bevindt.
3.
Elke lidstaat kan besluiten de in lid 1, onder b) en c), beschreven regels inzake de rechtsmacht niet of slechts in specifieke gevallen of omstandigheden toe te passen.