Einde inhoudsopgave
Regeling inburgering 2021
Artikel 3.13 Vrijstelling mondelinge en schriftelijke vaardigheden op niveau A2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
13-08-2021, Stcrt. 2021, 38863 (uitgifte: 01-09-2021, regelingnummer: 2021-0000130089)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2021, Stb. 2021, 586 (uitgifte: 03-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet inburgering 2021 (02-12-2020, Stb. 2021, 38).
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Inburgering (V)
Inburgering / Inburgeringsvoorzieningen
Van de verplichting om voor een of meerdere onderdelen van de mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal op het niveau A2 het examen te behalen, is vrijgesteld de inburgeringsplichtige die beschikt over een van de volgende bewijsstukken, en daaruit blijkt dat een voldoende resultaat is behaald voor het vak Nederlandse taal:
- a.
een bewijsstuk verstrekt door de Minister, waaruit volgt dat het examenonderdeel lezen, luisteren, schrijven, respectievelijk spreken van het inburgeringsexamen op ERK niveau A2 is behaald; of
- b.
een certificaat Nederlands als vreemde taal op ERK niveau A2 verstrekt door de Taalunie.