Einde inhoudsopgave
Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie
Artikel 7 [Advies]
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2010
- Redactionele toelichting
De wijzigingsopdracht is niet volledig. I.p.v. 'de Wet tarieven in burgerlijke zaken' moet worden gelezen: 'de Wet tarieven in burgerlijke zaken (Stb. 1960, 541)'.
- Bronpublicatie:
30-09-2010, Stb. 2010, 715 (uitgifte: 28-10-2010, kamerstukken: 31758)
- Inwerkingtreding
01-11-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-10-2010, Stb. 2010, 726 (uitgifte: 28-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
1.
Ten behoeve van de beslissing op bezwaar tegen een besluit, inhoudende de afwijzing van een verzoek tot verlening van een beginseltoestemming of tot verlenging van de geldigheidsduur ervan alsmede de intrekking van een beginseltoestemming wint Onze Minister, onder overlegging van de op de zaak betrekking hebbende bescheiden, schriftelijk advies in van de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming. Artikel 7:13, tweede tot en met zevende lid van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
2.
Door de Raad opgeroepen getuigen en deskundigen ontvangen desverkiezend een vergoeding uit de openbare kas, door de voorzitter van de Raad te begroten overeenkomstig het bij of krachtens de Wet griffierechten burgerlijke zaken bepaalde.
3.
Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing:
- a.
indien bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit tot afwijzing van het verzoek tot verlening van een beginseltoestemming op grond van artikel 5, vijfde lid, onderdeel b, en de aspirant-adoptiefouders zich bij het bezwaar niet op bijzondere omstandigheden hebben beroepen;
- b.
indien bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit tot verlenging van de geldigheidsduur van de beginseltoestemming voor een duur korter dan vier jaren en artikel 3, eerste lid, tweede volzin, van toepassing is, en de aspirant-adoptiefouders zich bij het bezwaar niet op bijzondere omstandigheden hebben beroepen.