Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 821 [Verzoek voorlopige voorzieningen]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Bronpublicatie:
13-07-2016, Stb. 2016, 290 (uitgifte: 21-07-2016, kamerstukken: 34212)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2017, Stb. 2017, 174 (uitgifte: 04-05-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
1.
In zaken van echtscheiding of scheiding van tafel en bed kan ieder der echtgenoten om voorlopige voorzieningen als bedoeld in de artikelen 822 en 823 verzoeken. Een verzoek tot voorlopige voorzieningen kan worden gedaan tot het tijdstip waarop een zodanige voorziening, indien gegeven, ingevolge artikel 826 haar kracht verliest.
2.
De mondelinge behandeling vangt niet later aan dan in de derde week volgende op die waarin de voorziening is gevraagd.
3.
De rechter beslist zo spoedig mogelijk na de mondelinge behandeling.
4.
De beschikking houdende voorlopige voorzieningen, gegeven voordat een verzoek tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed is gedaan, verliest haar kracht, indien niet binnen vier weken na haar dagtekening een verzoek tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed is gedaan.
5.
De artikelen 810 en 812 zijn van overeenkomstige toepassing.