Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken
Artikel 2 [Centrale autoriteit in verdragstaten]
Geldend
Geldend vanaf 10-02-1969
- Bronpublicatie:
15-11-1965, Trb. 1969, 55 (uitgifte: 08-04-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-02-1969
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-1965, Trb. 1969, 55 (uitgifte: 08-04-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Iedere Verdragsluitende Staat wijst een centrale autoriteit aan, die tot taak heeft de uit een andere Verdragsluitende Staat afkomstige aanvragen om betekening of kennisgeving overeenkomstig de artikelen 3–6 in ontvangst te nemen en af te doen.
2.
De aangezochte Staat wijst de centrale autoriteit aan en regelt tevens haar werkwijze.