Einde inhoudsopgave
Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied
Artikel 2.101
Geldend
Geldend vanaf 25-01-2014
- Bronpublicatie:
18-12-2013, Stb. 2014, 14 (uitgifte: 17-01-2014, kamerstukken: 33773)
- Inwerkingtreding
25-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-01-2014, Stb. 2014, 31 (uitgifte: 24-01-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Aanbestedingsrecht / Speciale sectoren
Aanbestedingsrecht / Algemeen
1.
Bij toepassing van de concurrentiegerichte dialoog geschiedt de gunning van de opdracht op basis van het criterium van de economisch meest voordelige inschrijving.
2.
Een aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf vermeldt in de aankondiging van de opdracht de behoeften en eisen die door hem in die aankondiging of het beschrijvend document worden omschreven.
3.
Een aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf opent met de overeenkomstig paragraaf 2.3.6.3 geselecteerde gegadigden een dialoog om te bepalen welke middelen geschikt zijn om zo goed mogelijk aan zijn behoeften te voldoen.
4.
Tijdens de dialoog kan de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf met de geselecteerde gegadigden alle aspecten van de opdracht bespreken.
5.
De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf waarborgt tijdens de dialoog de gelijke behandeling van alle inschrijvers en verstrekt geen informatie die een of meer inschrijvers kan bevoordelen boven andere.
6.
De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf deelt de voorgestelde oplossingen of andere door een deelnemer aan de dialoog verstrekte vertrouwelijke inlichtingen niet aan de andere deelnemers mee zonder de instemming van de desbetreffende deelnemer.