Einde inhoudsopgave
Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage
Artikel 2.1 Bijdrageplicht
Geldend
Geldend vanaf 28-12-2022. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
21-12-2022, Stb. 2022, 537 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36235)
- Inwerkingtreding
28-12-2022, terugwerkend tot: 01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, Stb. 2022, 537 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36235)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Bijdrageplichtig voor de solidariteitsbijdrage is een lichaam dat:
- a.
binnenlands belastingplichtig is als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, of buitenlands belastingplichtig is als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van die wet; en
- b.
in het bijdragejaar ten minste 75% van zijn omzet, onderscheidenlijk van de omzet van zijn in Nederland gedreven onderneming als bedoeld in artikel 17, derde lid, onderdeel a, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, behaalt met economische activiteiten op het gebied van winning van koolwaterstoffen, mijnbouw, de raffinage van aardolie of de vervaardiging van cokesovenproducten als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PbEU 2006, L 393).