Richtlijn 97/52/EG tot wijziging van de Richtlijnen 92/50/EEG, 93/36/EEG en 93/37/EEG
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 18-12-1997
- Bronpublicatie:
13-10-1997, PbEG 1997, L 328 (uitgifte: 28-11-1997, regelingnummer: 97/52/EG)
- Inwerkingtreding
18-12-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-1997, PbEG 1997, L 328 (uitgifte: 28-11-1997, regelingnummer: 97/52/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1997 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening, overheidsopdrachten voor leveringen respectievelijk overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken
Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 57, lid 2, artikel 66 en artikel 100 A,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),
Volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag(3),
- (1)
Overwegende dat de Raad bij Besluit 94/800/EG van 22 december 1994, betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986–1994) voortvloeiende overeenkomsten (4), onder meer zijn goedkeuring heeft gehecht aan de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (hierna te noemen ‘de Overeenkomst’), die ten doel heeft een multilateraal kader van evenwichtige rechten en verplichtingen op het gebied van overheidsopdrachten tot stand te brengen met het oog op een verdere liberalisatie en uitbreiding van de wereldhandel; dat deze Overeenkomst niet rechtstreeks toepasselijk is;
- (2)
Overwegende dat de Richtlijnen 92/50/EEG(5), 93/36/EEG(6)en 93/37/EEG (7)hebben gezorgd voor een coördinatie van de nationale procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening, voor leveringen en voor de uitvoering van werken, teneinde in alle lidstaten te komen tot gelijke mededingingsvoorwaarden voor dergelijke opdrachten;
- (3)
Overwegende dat de in de Overeenkomst bedoelde aanbestedende instanties die zich houden aan de Richtlijnen 92/50/EEG, 93/36/EEG en 93/37/EEG, als gewijzigd bij deze richtlijn, en die dezelfde bepalingen toepassen ten aanzien van aannemers, leveranciers en dienstverleners van derde landen die de Overeenkomst hebben ondertekend, derhalve conform de Overeenkomst handelen;
- (4)
Overwegende dat, gezien de internationale rechten en verplichtingen die voor de Gemeenschap voortvloeien uit de aanvaarding van de Overeenkomst, voor inschrijvers en producten uit de landen die de Overeenkomst hebben ondertekend, de regelingen gelden van de Overeenkomst, waarvan de werkingssfeer zich in het geval van Richtlijn 92/50/EEG niet uitstrekt tot opdrachten voor diensten van bijlage I B van genoemde richtlijn, opdrachten voor O & O-diensten van categorie 8 van bijlage I A van die richtlijn, opdrachten voor telecommunicatiediensten van categorie 5 van bijlage I A met de CPC-referentienummers 7524, 7525 en 7526, en opdrachten voor financiële diensten van categorie 6 van bijlage I A betreffende de emissie, aankoop, verkoop of overdracht van effecten of andere financiële instrumenten, noch tot door de centrale banken verleende diensten;
- (5)
Overwegende dat sommige bepalingen van de Overeenkomst gunstigere voorwaarden voor de inschrijvers inhouden dan de Richtlijnen 92/50/EEG, 93/36/EEG en 93/37/EEG;
- (6)
Overwegende dat, wanneer opdrachten worden geplaatst door aanbestedende instanties in de zin van de Overeenkomst, de mogelijkheden waarover ondernemingen en producten uit de lidstaten krachtens het Verdrag beschikken om te worden toegelaten tot overheidsopdrachten voor dienstverlening, voor leveringen en voor de uitvoering van werken binnen de Europese Unie, minstens even gunstig moeten zijn als de voorwaarden waaronder ondernemingen en producten uit derde landen die de Overeenkomst hebben ondertekend op grond van de bepalingen van de Overeenkomst toegang hebben tot overheidsopdrachten in de Unie;
- (7)
Overwegende dat het derhalve noodzakelijk is de Richtlijnen 92/50/EEG, 93/36/EEG en 93/37/EEG aan te passen en aan te vullen;
- (8)
Overwegende dat de toepassing van deze richtlijnen moet worden vereenvoudigd en dat het evenwicht dat in de huidige communautaire regelgeving op het gebied van overheidsopdrachten is bereikt, zoveel mogelijk moet worden gehandhaafd;
- (9)
Overwegende dat het daarom noodzakelijk is sommige aanpassingen van Richtlijn 92/50/EEG bij uitbreiding van toepassing te verklaren op alle onder die richtlijn vallende diensten;
- (10)
Overwegende dat de aanbestedende instanties bij het opstellen van specificaties voor een bepaalde opdracht advies mogen vragen of aanvaarden, mits een dergelijk advies niet leidt tot uitschakeling van de mededinging;
- (11)
Overwegende dat de Commissie de kleine en middelgrote ondernemingen scholings- en voorlichtingsmateriaal ter beschikking dient te stellen om hen in staat te stellen volledig deel te nemen aan de veranderde markt voor overheidsopdrachten,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 138 van 3. 6. 1995, blz. 1.
PB C 256 van 2. 10. 1995, blz. 4 en PB C 212 van 22. 7. 1996, blz. 13.
Advies van het Europees Parlement van 29 februari 1996 (PB C 78 van 18. 3. 1996, blz. 18), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 20 december 1996 (PB C 111 van 9. 4. 1997, blz. 1) en besluit van het Europees Parlement van 14 mei 1997 (PB C 167 van 2. 6. 1997). Besluit van de Raad van 24 juli 1997.
PB L 336 van 23. 12. 1994, blz. 1.
Richtlijn 92/50/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening (PB L 209 van 24. 7. 1992, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1994.
Richtlijn 93/36/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen (PB L 199 van 9. 8. 1993. blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1994.
Richtlijn 93/37/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken (PB L 199 van 9. 8. 1993, blz. 54), laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1994.