Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit Lijfrenten
2.5 Herstel (foutieve) overboeking naar lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2019. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 16-05-2019
- Bronpublicatie:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Inwerkingtreding
01-06-2019, terugwerkend tot: 16-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Inkomstenbelasting / Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
Ten opzichte van een lijfrenteverzekering is het bij een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht eerder mogelijk dat een rekeninghouder een foutieve of anderszins onwenselijke overboeking doet. Vaak heeft de rekeninghouder meerdere rekeningnummers bij bijvoorbeeld dezelfde bank. Een rekeninghouder kan bijvoorbeeld een bedrag abusievelijk hebben overgemaakt naar de geblokkeerde lijfrenterekening in plaats van naar een gewone spaarrekening bij dezelfde bank.
Melding binnen drie maanden
Bij herstel van een dergelijke foutieve of anderszins onwenselijke overboeking wordt de lijfrenterekening of het lijfrentebeleggingsrecht in zoverre niet geacht te zijn gedeblokkeerd en worden bij de rekeninghouder geen negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking genomen. Hierbij geldt als voorwaarde dat de rekeninghouder de fout of anderszins onwenselijke overboeking binnen drie maanden na de datum van de overboeking meldt aan de bank, de beleggingsonderneming of de beheerder van een beleggingsinstelling of een instelling voor collectieve belegging in effecten. Deze instelling kan dan het overgemaakte bedrag zonder fiscale gevolgen retourneren aan de rekeninghouder. Hiervoor is geen toestemming nodig van de inspecteur.
Melding na drie maanden
Als sprake is van een abusievelijke overboeking naar een lijfrenterekening of een lijfrentebeleggingsrecht die bedoeld was als storting op een reguliere spaar-, bank of beleggingsrekening, terwijl dit niet binnen 3 maanden na de overboeking bij de bank, de beleggingsonderneming of de beheerder van een beleggingsinstelling of een instelling voor collectieve belegging in effecten is gemeld, geldt het volgende. Herstel kan plaatsvinden als de rekeninghouder of de bank, de beleggingsonderneming of de beheerder van een beleggingsinstelling of een instelling voor collectieve belegging in effecten aan de inspecteur aannemelijk maakt dat er sprake is van een hiervoor beschreven abusievelijke overboeking. Na terugboeking wordt de inleg geacht niet te hebben plaatsgevonden, wat van belang kan zijn voor de rendementsgrondslag van box 3. Vanzelfsprekend mag de abusievelijke inleg niet worden afgetrokken van het inkomen in box 1.
De bank, de beleggingsonderneming of de beheerder van een beleggingsinstelling of een instelling voor collectieve belegging in effecten moet van de terugboeking alleen een correctierenseignement opmaken als de betaalde inleg al eerder gerenseigneerd is.