Einde inhoudsopgave
Wet belastingen op milieugrondslag
Artikel 64 [Vrijstellingen aardgas en elektriciteit]
Geldend
Geldend van 01-01-2022 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
22-12-2021, Stb. 2021, 652 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken: 35928)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2021, Stb. 2021, 652 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken: 35928)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Milieubelastingen / Algemeen
Milieubelastingen / Energiebelasting
1.
Vrijstelling van de belasting wordt verleend ter zake van de levering of het verbruik van aargas en elektriciteit die worden gebruikt voor het opwekken van elektriciteit in een installatie met een elektrisch rendement van minimaal 30 percent dan wel in een installatie met behulp waarvan elektriciteit wordt opgewekt uitsluitend door middel van hernieuwbare energiebronnen en elektriciteit.
2.
Als installatie met een elektrisch rendement van minimaal 30 percent wordt aangemerkt een installatie met een gemiddeld gebruik van aardgas met een bovenste verbrandingswaarde van 35,17 megajoule per Nm3, van maximaal 0,38 Nm3 aardgas per opgewekte kWh. Bij aardgas met een bovenste verbrandingswaarde die lager of hoger is dan 35,17 megajoule per Nm3, wordt de in de eerste volzin genoemde maximale hoeveelheid naar evenredigheid verhoogd, onderscheidenlijk verlaagd.
3.
Vrijstelling van belasting wordt verleend ter zake van de levering of het verbruik van:
- –
elektriciteit die wordt gebruikt voor chemische reductie en elektrolytische en metallurgische procedés; en
- –
aardgas dat wordt gebruikt voor metallurgische procedés.
Als metallurgische procedés worden aangemerkt:
- a.
de vervaardiging van metalen in primaire vorm;
- b.
smeden, persen, stampen en profielwalsen van metaal;
- c.
oppervlaktebehandeling bestaande uit harden of warmtebehandeling van metalen.
De vrijstelling voor metallurgische procedés geldt alleen voor bedrijven die volgens de Standaard Bedrijfsindeling van 21 juli 2008 van het Centraal Bureau voor de Statistiek behoren tot code 24 of 25.
4.
Vrijstelling van de belasting wordt verleend ter zake van de levering of het verbruik van aardgas dat wordt gebruikt voor mineralogische procedés.
Als mineralogische procedés worden aangemerkt de vervaardiging van glas en glaswerk, de vervaardiging van keramische producten, de vervaardiging van cement, kalk of gips, de vervaardiging van kalkzandsteen of cellenbeton en de vervaardiging van steenwol.
De vrijstelling voor mineralogische procedés geldt alleen voor de bedrijven die volgens de Standaard Bedrijfsindeling van 21 juli 2008 van het Centraal Bureau voor de Statistiek behoren tot code 23.
5.
Vrijstelling van belasting wordt verleend ter zake van de levering of het verbruik van aardgas dat wordt gebruikt anders dan als brandstof dan wel aardgas dat wordt gebruikt als additief of als vulstof in producten die direct of indirect zijn bestemd voor verbruik, worden aangeboden voor verkoop of worden verbruikt als aardgas. De vrijstelling is niet van toepassing indien het gebruik van die producten:
- a.
niet als verbruik wordt aangemerkt ingevolge artikel 51, eerste lid; of
- b.
is onderworpen aan het tarief van nihil, bedoeld in artikel 59, vierde lid.
6.
Bij op voordracht van Onze Minister vast te stellen algemene maatregel van bestuur worden voorwaarden en beperkingen gesteld waaronder de vrijstellingen, bedoeld in het eerste, derde, vierde en vijfde lid, worden verleend.
7.
Bij regeling van Onze Minister worden nadere regels gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.