Einde inhoudsopgave
Mijnbesluit BES
Artikel 190
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Mijnverordening ter uitvoering der Curaçaosche mijnwet, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 366). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
21-09-2010, Stb. 2010, 445 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Kunnen de houder der vergunning tot opsporing eenerzijds, en de rechthebbenden op den grond en (of) derde belanghebbende anderzijds, zich over de tijdelijke beschikking over den grond en de daarvoor te geven schadeloosstelling niet verstaan, dan kan de eerstgenoemde tegen de laatstgenoemden eene rechtsvordering instellen voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, ten einde door dezen vooreerst te worden gemachtigd om voor een bepaalden tijd over den noodigen grond tot het doen van mijnbouwkundige opsporingen te beschikken en dat wel terstond nadat door den eischer een door den rechter te bepalen bedrag als zekerheid zal zijn gesteld, opdat daaruit later de als schadeloosstelling te betalen som kunne worden voldaan, zoomede ten einde door den rechter nader bij eindvonnis het bedrag te hooren vaststellen dat ter zake als schadeloosstelling aan de rechthebbenden op den grond en (of) derde belanghebbenden zal moeten worden uitgekeerd.
2.
Omtrent de vordering tot machtiging om over den noodigen grond te mogen beschikken, benevens tot bepaling van het bedrag der zekerheidstelling wordt door den rechter eerst en vooraf bij afzonderlijk vonnis uitspraak gedaan. Wordt de machtiging verleend met bepaling van het bedrag der zekerheidstelling, dan wordt tegen dit incidenteel vonnis geen hoogere voorziening toegelaten.
3.
Van de verleende machtiging om over den grond te beschikken kan onmiddellijk worden gebruik gemaakt nadat het door den rechter bepaald bedrag der zekerheidstelling ter griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie zal zijn gedeponeerd. Door den griffier wordt daarvan een akte opgemaakt, welke hij, die de rechtsvordering heeft ingesteld, aan de rechthebbende op den grond en (of) derde belanghebbenden doet beteekenen.