Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit 2003/80/JBZ inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht
Artikel 8 Rechtsmacht
Geldend
Geldend vanaf 05-02-2003
- Bronpublicatie:
27-01-2003, PbEU 2003, L 29 (uitgifte: 05-02-2003, regelingnummer: 2003/80/JBZ)
- Inwerkingtreding
05-02-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-01-2003, PbEU 2003, L 29 (uitgifte: 05-02-2003, regelingnummer: 2003/80/JBZ)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Douane (V)
1.
Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen tot vestiging van zijn rechtsmacht ten aanzien van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten, wanneer deze gepleegd zijn:
- a)
geheel of gedeeltelijk op zijn grondgebied, zelfs indien alle effecten van het strafbare feit elders plaatsvinden;
- b)
aan boord van een schip dat onder diens vlag vaart of van een luchtvaartuig dat in die lidstaat is geregistreerd;
- c)
ten behoeve van rechtspersonen die hun statutaire zetel op zijn grondgebied hebben;
- d)
door een van zijn onderdanen, indien het feit strafbaar is volgens het strafrecht van de staat waar het is begaan of indien de plaats waar het is begaan onder geen enkele territoriale rechtsmacht valt.
2.
Behoudens de bepalingen van artikel 9 kan een lidstaat besluiten dat hij niet of slechts in specifieke gevallen of omstandigheden zijn rechtsmacht zal uitoefenen met betrekking tot het bepaalde in:
- a)
lid 1, onder c);
- b)
lid 1, onder d).