Einde inhoudsopgave
Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten
Artikel 15 De financiële normen voor begrotingen
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 334 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32026)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Begroting
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Voor de beoordeling van de vastgestelde begroting van een land en een vastgestelde verordening tot wijziging van de begroting hanteert het college de volgende normen:
- a.
de in de begroting en de meerjarige begroting opgenomen uitgaven op de gewone dienst worden gedekt door de ter dekking van die uitgaven opgenomen middelen;
- b.
de in de begroting en de meerjarige begroting opgenomen uitgaven op de kapitaaldienst worden gedekt door de ter dekking van die uitgaven opgenomen middelen, rekening houdend met de verwachte ontvangsten uit de opbrengst van geldleningen;
- c.
de rentelastnorm wordt niet overschreden.
2.
Bij de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, worden de volgende aspecten betrokken:
- a.
in de begroting en de meerjarige begroting zijn alle verwachte uitgaven en verwachte ontvangsten opgenomen;
- b.
de in de begroting opgenomen ontvangsten en uitgaven worden toereikend toegelicht;
- c.
de begroting is zodanig ingericht dat zij voldoet aan de criteria van ordelijkheid en controleerbaarheid.
3.
Bij de begroting wordt een uiteenzetting verstrekt van de financiële toestand van het land.