Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen
Artikel 1 Algemene begrippen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2006
- Bronpublicatie:
10-11-2005, Stb. 2005, 573 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 30118)
16-12-2004, Stb. 2005, 37 (uitgifte: 03-02-2005, kamerstukken: 29531)
- Inwerkingtreding
01-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2005, Stb. 2005, 619 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
15-12-2005, Stb. 2005, 717 (uitgifte: 28-12-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
In de hoofdstukken 3 en 4 van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
- b.
UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- c.
SVB: de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- d.
College zorgverzekeringen: het College voor zorgverzekeringen, genoemd in hoofdstuk IA van de Ziekenfondswet;
- e.
werknemer: de werknemer in de zin van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
- f.
werkgever: de werkgever in de zin van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
- g.
inspecteur: de functionaris van de rijksbelastingdienst die als zodanig bij regeling van Onze Minister van Financiën is aangewezen.