Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 53 Beperkingen op het staken van uitkeringen op aanvullend-tier 1-instrumenten en kenmerken die de herkapitalisatie van de instelling in de weg zouden kunnen staan
Geldend
Geldend vanaf 28-06-2013
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 575/2013)
- Inwerkingtreding
28-06-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 575/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Voor de toepassing van artikel 52, lid 1, punt l), onder v), en punt o), behelzen de voor de aanvullend-tier 1-instrumenten geldende bepalingen met name niet het volgende:
- a)
een verplichting dat er uitkeringen op de instrumenten worden gedaan wanneer er een uitkering plaatsvindt op een door de instelling uitgegeven instrument dat dezelfde of een lagere rangorde heeft als een aanvullend-tier 1-instrument, met inbegrip van een tier 1-kernkapitaalinstrument;
- b)
een verplichting dat de betaling van uitkeringen op tier 1-kernkapitaal-, aanvullend-tier 1- of tier 2-instrumenten wordt gestaakt indien op die aanvullend-tier 1-instrumenten geen uitkeringen worden gedaan;
- c)
een verplichting om de uitkering van interest of dividend te vervangen door een betaling in welke andere vorm ook. De instelling wordt niet anderszins aan een dergelijke verplichting onderworpen.