Einde inhoudsopgave
Besluit toepassing maatregelen in het belang van het onderzoek
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2016
- Bronpublicatie:
04-05-2016, Stb. 2016, 171 (uitgifte: 24-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-05-2016, Stb. 2016, 172 (uitgifte: 24-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
In dit besluit wordt verstaan onder:
- a.
Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie;
- b.
confrontatie: een onderzoek waarbij het uiterlijk van een verdachte door een getuige wordt geobserveerd om vast te stellen of de verdachte door deze persoon wordt herkend als betrokkene bij een strafbaar feit;
- c.
meervoudige confrontatie: een confrontatie waarbij de verdachte en minimaal vijf andere personen die uiterlijk gelijkenis vertonen met de verdachte, worden getoond;
- d.
geuridentificatieproef: een onderzoek waarbij door een daarvoor gecertificeerde politiespeurhond onder leiding van zijn vaste geleider een geurvergelijking wordt uitgevoerd;
- e.
observatiecel: een cel waarin de ingeslotene permanent kan worden geobserveerd;
- f.
permanente observatie: het stelselmatig waarnemen, al dan niet via technische hulpmiddelen, van het gedrag van een ingeslotene;
- g.
gewezen verdachte: een persoon die bij onherroepelijke einduitspraak is vrijgesproken van een misdrijf als bedoeld in artikel 482a, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafvordering, waarbij opzettelijk de dood van een ander is veroorzaakt, dan wel daarvoor is ontslagen van alle rechtsvervolging zonder dat daarbij een maatregel als bedoeld in artikel 37, 37a juncto 37b of 38, 38m of 77s van het Wetboek van Strafrecht is opgelegd.