Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 2
Artikel 191 [Stortingsplicht; geen verrekening]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2012
- Bronpublicatie:
18-06-2012, Stb. 2012, 299 (uitgifte: 05-07-2012, kamerstukken: 31058)
- Inwerkingtreding
01-10-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-06-2012, Stb. 2012, 301 (uitgifte: 05-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt in werking op een krachtens art. VI.4 van de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht (18-06-2012, Stb. 300) bepaald tijdstip.
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
Bij het nemen van het aandeel moet daarop het nominale bedrag worden gestort. Bedongen kan worden dat het nominale bedrag of een deel daarvan eerst behoeft te worden gestort na verloop van een bepaalde tijd of nadat de vennootschap het zal hebben opgevraagd.
2.
Een aandeelhouder kan niet geheel of gedeeltelijk worden ontheven van de verplichting tot storting, behoudens het bepaalde in artikel 208.
3.
De aandeelhouder en, in het geval van artikel 199, de voormalige aandeelhouder zijn niet bevoegd tot verrekening van hun schuld uit hoofde van dit artikel.