Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
Artikel 113
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Bronpublicatie:
02-05-1992, Trb. 1992, 132 (uitgifte: 11-09-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-12-1993, Trb. 1993, 203 (uitgifte: 31-12-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
1.
Een overeenkomstsluitende partij die overweegt vrijwaringsmaatregelen overeenkomstig artikel 112 te treffen, stelt de overige overeenkomstsluitende partijen hiervan onverwijld via het Gemengd Comité van de EER in kennis en verstrekt alle relevante inlichtingen.
2.
De overeenkomstsluitende partijen plegen onmiddellijk overleg in het Gemengd Comité van de EER om een voor elke partij aanvaardbare oplossing te vinden.
3.
De betrokken overeenkomstsluitende partij mag geen vrijwaringsmaatregelen nemen binnen een maand na de datum van kennisgeving overeenkomstig lid 1, tenzij de overlegprocedure overeenkomstig lid 2 vóór het verstrijken van de gestelde termijn is beëindigd. Wanneer uitzonderlijke omstandigheden die onmiddellijke maatregelen vereisen voorafgaand onderzoek uitsluiten, mag de betrokken overeenkomstsluitende partij onmiddellijk de vrijwaringsmaatregelen toepassen die strikt noodzakelijk zijn om de situatie te verhelpen.
Voor de Gemeenschap neemt de EG-Commissie het initiatief tot de vrijwaringsmaatregelen.
4.
De betrokken overeenkomstsluitende partij stelt het Gemengd Comité van de EER onverwijld in kennis van de getroffen maatregelen en verstrekt alle relevante inlichtingen.
5.
Vanaf de datum van invoering wordt over de vrijwaringsmaatregelen om de drie maanden overleg gepleegd in het Gemengd Comité van de EER, met het oog op de intrekking ervan vóór de gestelde vervaldatum of de beperking van het toepassingsgebied.
Elke overeenkomstsluitende partij kan het Gemengd Comité van de EER te allen tijde om herziening van de maatregelen verzoeken.