Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/59/EU betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen
Artikel 108 Rang in de insolventierangorde
Geldend
Geldend vanaf 28-12-2017
- Bronpublicatie:
12-12-2017, PbEU 2017, L 345 (uitgifte: 27-12-2017, regelingnummer: 2017/2399)
- Inwerkingtreding
28-12-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2017, PbEU 2017, L 345 (uitgifte: 27-12-2017, regelingnummer: 2017/2399)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De lidstaten dragen er zorg voor dat in hun nationale, op normale insolventieprocedures toepasselijk recht:
- a)
de volgende onderdelen dezelfde rang hebben die hoger is dan de rang van vorderingen van gewone concurrente schuldeisers:
- i)
het gedeelte van in aanmerking komende deposito’s afkomstig van natuurlijke personen en van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen dat het in artikel 6 van Richtlijn 2014/49/EU bepaalde dekkingsniveau overschrijdt;
- ii)
deposito’s afkomstig van natuurlijke personen en van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen die in aanmerking komende deposito’s zouden zijn indien zij niet waren verricht in zich buiten de Unie bevindende bijkantoren van in de Unie gevestigde instellingen.
- b)
de volgende onderdelen dezelfde rang hebben die hoger is dan de onder a) bepaalde rang:
- i)
gedekte deposito's;
- ii)
depositogarantiestelsels die middels subrogatie in de rechten en verplichtingen van de gedekte deposanten getreden zijn, bij insolventie.
2.
De lidstaten dragen er zorg voor dat ten aanzien van de entiteiten bedoeld in artikel 1, lid 1, eerste alinea, onder a) tot en met d), gewone ongedekte vorderingen in hun nationale op gewone insolventieprocedures toepasselijke recht een hogere rang hebben dan die van ongedekte vorderingen die voortvloeien uit schuldinstrumenten welke aan de volgende voorwaarden voldoen:
- a)
de oorspronkelijke contractuele looptijd van de schuldinstrumenten bedraagt ten minste één jaar;
- b)
de schuldinstrumenten bevatten geen verankerde derivaten en zijn zelf geen derivaten;
- c)
de relevante contractuele documentatie en, in voorkomend geval, het prospectus met betrekking tot de uitgifte ervan maakt uitdrukkelijk melding van de lagere rang op grond van dit lid.
3.
De lidstaten dragen er zorg voor dat ongedekte vorderingen die voortvloeien uit schuldinstrumenten die voldoen aan de in lid 2 van dit artikel, onder a), b) en c), gestelde voorwaarden, in hun nationale op gewone insolventieprocedures toepasselijke recht een hogere rang hebben dan die van vorderingen die voortvloeien uit de instrumenten bedoeld in de punten a) tot en met d) van artikel 48, lid 1.
4.
Onverminderd de leden 5 en 7 dragen de lidstaten er zorg voor dat hun nationale op normale insolventieprocedures toepasselijke recht zoals vastgesteld op 31 december 2016, van toepassing is op de rang in normale insolventieprocedures van ongedekte vorderingen die voortvloeien uit schuldinstrumenten uitgegeven door entiteiten bedoeld in artikel 1, lid 1, eerste alinea, onder a) tot en met d), van deze richtlijn, vóór de datum van inwerkingtreding van maatregelen krachtens nationaal recht tot omzetting van Richtlijn (EU) 2017/2399 van het Europees Parlement en de Raad (1).
5.
Indien een lidstaat, na 31 december 2016 en vóór 28 december 2017, een nationale wet heeft vastgesteld met betrekking tot de rang in normale insolventieprocedures van ongedekte vorderingen die voortvloeien uit schuldinstrumenten die zijn uitgegeven na de datum van toepassing van die nationale wet, geldt lid 4 van dit artikel niet voor vorderingen die voortvloeien uit schuldinstrumenten die zijn uitgegeven na de datum van toepassing van die nationale wet, mits aan elk van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a)
die nationale wet bepaalt dat ten aanzien van de entiteiten bedoeld in artikel 1, lid 1, eerste alinea, onder a) tot en met d), gewone ongedekte vorderingen in normale insolventieprocedures een hogere rang hebben dan die van ongedekte vorderingen die voortvloeien uit schuldinstrumenten welke aan de volgende voorwaarden voldoen:
- i)
de oorspronkelijke contractuele looptijd van de schuldinstrumenten bedraagt ten minste één jaar;
- ii)
de schuldinstrumenten bevatten geen verankerde derivaten en zijn zelf geen derivaten, en
- iii)
de desbetreffende contractuele documentatie en, in voorkomend geval, het prospectus met betrekking tot de uitgifte ervan maakt uitdrukkelijk melding van de lagere rang op grond van het nationale recht;
- b)
die nationale wet bepaalt dat ongedekte vorderingen die voortvloeien uit schuldinstrumenten die aan de voorwaarden bedoeld in punt a) van deze alinea voldoen, in normale insolventieprocedures een hogere rang hebben dan die van vorderingen die voortvloeien uit de instrumenten bedoeld in artikel 48, lid 1, onder a) tot en met d).
Op de datum van inwerkingtreding van maatregelen krachtens nationaal recht tot omzetting van Richtlijn (EU) 2017/2399, hebben de ongedekte vorderingen die voortvloeien uit schuldinstrumenten als bedoeld in de eerste alinea, onder b), dezelfde rang als die bedoeld in lid 2, onder a), b) en c), en lid 3 van dit artikel.
6.
Voor de toepassing van lid 2, onder b), en lid 5, eerste alinea, onder a), ii), mogen schuldinstrumenten met variabele rente die zijn afgeleid van een algemeen gebruikte referentierente en schuldinstrumenten die niet luiden in de nationale valuta van de emittent, mits hoofdsom, terugbetaling en rente in dezelfde valuta zijn uitgedrukt, niet louter op basis van deze kenmerken worden beschouwd als schuldinstrumenten die verankerde derivaten bevatten.
7.
Lidstaten die vóór 31 december 2016 een nationale wet met betrekking tot normale insolventieprocedures hebben vastgesteld waarbij gewone ongedekte vorderingen die voortvloeien uit schuldinstrumenten die zijn uitgegeven door entiteiten als bedoeld in artikel 1, lid 1, eerste alinea, onder a) tot en met d), worden gesplitst in twee of meer verschillende rangen, of waarbij de rang van gewone ongedekte vorderingen die voortvloeien uit dergelijke schuldinstrumenten, wordt gewijzigd met betrekking tot alle andere gewone ongedekte vorderingen van dezelfde rang, kunnen bepalen dat schuldinstrumenten met de laagste rang onder deze gewone ongedekte vorderingen dezelfde rang hebben als die van vorderingen die voldoen aan de voorwaarden als bedoeld in lid 2, onder a), b) en c), en lid 3 van dit artikel.
Voetnoten
Richtlijn (EU) 2017/2399 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2014/59/EU wat betreft de rang van ongedekte schuldinstrumenten in de insolventierangorde (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 96).