Kaderwet overige JenV-subsidies
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
10-03-2021, Stb. 2021, 138 (uitgifte: 19-03-2021, kamerstukken: 35512)
- Inwerkingtreding
01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2022, Stb. 2022, 260 (uitgifte: 28-06-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Jeugdbeleid / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
Staatsrecht / Rechtspraak
Openbare orde en veiligheid / Algemeen
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij regeling van Onze Minister kunnen voorts regels worden gesteld met betrekking tot:
- a.
de aanvraag van een subsidie, de daarbij over te leggen gegevens en bescheiden en de besluitvorming daarover;
- b.
het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;
- c.
de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend;
- d.
de verplichtingen voor de subsidieontvanger;
- e.
de vaststelling van de subsidie;
- f.
intrekking en wijziging van de subsidieverlening of -vaststelling;
- g.
de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten;
- h.
de vergoeding die verschuldigd is bij vermogensvorming, bedoeld in artikel 4:41 van de Algemene wet bestuursrecht;
- i.
het verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk, bedoeld in artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht;
- j.
de openbaarmaking van de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten;
- k.
het geven van informatie aan derden over de gesubsidieerde activiteiten door de subsidieontvanger;
- l.
de maatregelen om misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidie te voorkomen.
2.
In afwijking van de artikelen 2:7, tweede lid, en 2:8 van de Algemene wet bestuursrecht kan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden bepaald in welke gevallen de aanvraag van de subsidie uitsluitend langs elektronische weg kan geschieden.