Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES
Artikel 263a
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
22-09-2010, Stb. 2010, 497 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
In afwijking van artikel 263, eerste lid, mag van de daar genoemde vonnissen en beschikkingen afzonderlijk hoger beroep worden ingesteld, indien daartoe door het Hof van Justitie vergunning is verleend. Het tot het verkrijgen van die vergunning strekkende verzoekschrift wordt binnen twee weken, gerekend van de dag van de uitspraak, ingediend ter griffie van het gerecht in eerste aanleg waar de beslissing is gegeven.
2.
De griffier zendt de processtukken onverwijld aan het Hof, dat zo spoedig mogelijk beschikt, na partijen te hebben gehoord of daartoe behoorlijk te hebben doen oproepen. De beschikking wordt in het openbaar uitgesproken.
3.
Indien vergunning wordt verleend, is de beroepstermijn zes weken, gerekend van de dag van de uitspraak.
4.
Indiening van het verzoekschrift heeft schorsing van het in eerste aanleg hangende geding, voor zover de voorziening daartegen is gericht, ten gevolge.
5.
De schorsing duurt voort, totdat hetzij op het verzoek afwijzend is beschikt, hetzij, in geval van een toewijzende beschikking, op het vervolgens ingestelde hoger beroep is recht gedaan, dan wel de beroepstermijn ongebruikt is verstreken.
6.
Indien vergunning wordt verleend, behoeft de wederpartij geen vergunning om harerzijds in beroep te komen.