Einde inhoudsopgave
Procesreglement Hoge Raad der Nederlanden
3.5.16.2
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 13992 (uitgifte: 26-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 13992 (uitgifte: 26-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Algemeen
Procedures die naar hun aard een spoedbehandeling behoeven (bijvoorbeeld Bopz-, Kinderontvoerings-, Bewinds-, Faillissements-, WSNP- en Ondertoezicht stellingszaken) worden versneld behandeld. In afwijking van het hiervoor bepaalde zullen termijnen in beginsel niet worden verlengd en dienen partijen hun procesdossiers tegelijk met dan wel binnen veertien dagen na de indiening van het verzoekschrift onderscheidenlijk verweerschrift over te leggen. In afwijking van art, 3.5.11.1. en 3.5.12.1. kan de zaak vervolgens terstond in handen van de procureur-generaal worden gesteld voor conclusie.