Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 2:54d [Zetel in niet-lidstaat en bijkantoor in Nederland]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2008
- Bronpublicatie:
03-07-2008, Stb. 2008, 333 (uitgifte: 26-08-2008, kamerstukken: 31131)
- Inwerkingtreding
01-09-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-08-2008, Stb. 2008, 335 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Het is een ieder met zetel in een staat die geen lidstaat is verboden zonder een daartoe door de Nederlandsche Bank verleende vergunning vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor de werkzaamheden van een entiteit voor risico-acceptatie te verrichten.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing op entiteiten voor risico-acceptatie met zetel in een door Onze Minister aan te wijzen staat die geen lidstaat is waar toezicht op het verrichten van werkzaamheden van een entiteit voor risico-acceptatie wordt uitgeoefend dat in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die deze wet beoogt te beschermen. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het aanwijzen van staten. Het besluit tot aanwijzing kan door Onze Minister worden ingetrokken.
3.
Een besluit tot aanwijzing van een staat, bedoeld in het tweede lid, en de intrekking daarvan, worden bekend gemaakt in de Staatscourant.