Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2015/848 betreffende insolventieprocedures
Artikel 54 Verplichte kennisgeving aan de schuldeisers
Geldend
Geldend vanaf 25-06-2015
- Bronpublicatie:
20-05-2015, PbEU 2015, L 141 (uitgifte: 05-06-2015, regelingnummer: 2015/848)
- Inwerkingtreding
25-06-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2015, PbEU 2015, L 141 (uitgifte: 05-06-2015, regelingnummer: 2015/848)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Europees insolventierecht
1.
Zodra in een lidstaat een insolventieprocedure wordt geopend, stelt de in deze lidstaat bevoegde rechter of de door die rechter aangewezen insolventiefunctionaris de bekende buitenlandse schuldeisers daarvan onverwijld in kennis.
2.
De in lid 1 bedoelde kennisgeving, die geschiedt door individuele toezending van een bericht, betreft met name de in acht te nemen termijnen, de sancties ten aanzien van die termijnen, het orgaan of de instantie waarbij de vorderingen moeten worden ingediend en alle andere voorgeschreven maatregelen. Het bericht vermeldt ook of schuldeisers met een bevoorrechte vordering of een zakelijk zekerheidsrecht hun vorderingen moeten indienen. Het bericht omvat voorts een exemplaar van het in artikel 55 bedoelde standaardformulier voor de indiening van vorderingen of informatie over de plaats waar dat formulier beschikbaar is.
3.
De in de leden 1 en 2 bedoelde kennisgeving geschiedt met gebruikmaking van het standaardkennisgevingsformulier dat overeenkomstig artikel 88 wordt opgesteld. Het formulier wordt gepubliceerd op het Europees e-justitieportaal en draagt het opschrift ‘Kennisgeving van insolventieprocedure’ in alle officiële talen van de instellingen van de Unie. Het wordt verstrekt in de officiële taal van de staat waar de procedure is geopend of, indien er verscheidene officiële talen in die lidstaat bestaan, in de officiële taal of een van de officiële talen van de plaats waar de insolventieprocedure is geopend, of in een andere taal waarvan die staat heeft aangegeven dat hij die overeenkomstig artikel 55, lid 5, kan aanvaarden, indien kan worden aangenomen dat die taal voor de buitenlandse schuldeisers bevattelijker is.
4.
Voor insolventieprocedures met betrekking tot een natuurlijke persoon die niet een bedrijfs- of beroepsactiviteit uitoefent, is het gebruik van het in dit artikel bedoelde standaardformulier niet verplicht, indien schuldeisers niet verplicht zijn om hun vorderingen in te dienen om deze in die procedure in aanmerking te doen nemen.