Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3:273d [Naleving prudentiële vereisten]
Geldend
Geldend vanaf 19-10-2021
- Bronpublicatie:
29-09-2021, Stb. 2021, 463 (uitgifte: 12-10-2021, kamerstukken: 35783)
- Inwerkingtreding
19-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2021, Stb. 2021, 478 (uitgifte: 18-10-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een Nederlandse moederbank, Nederlandse financiële moederholding en Nederlandse gemengde financiële moederholding treft de nodige maatregelen om de naleving van de prudentiële vereisten die ingevolge de delen 3, 4, 6 en 7 van de verordening kapitaalvereisten op geconsolideerde of gesubconsolideerde basis van toepassing zijn te waarborgen en om te voldoen aan een maatregel opgelegd op geconsolideerde of gesubconsolideerde basis op grond van artikel 3:111a, tweede lid, onderdeel a.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de entiteiten bedoeld in artikel 3:273c, onderdelen b en c.