Einde inhoudsopgave
Voorontwerp Insolventiewet
Artikel 5.3.23 Vorderingen waarvoor parate executie mogelijk is
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2007
- Bronpublicatie:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
1.
De rechter-commissaris bepaalt ten aanzien van vorderingen waarvan tussen de bewindvoerder en de schuldeisers geen overeenstemming bestaat in hoeverre zij door parate executie kunnen worden voldaan, of en tot welk bedrag de schuldeisers van die vorderingen voorwaardelijk zullen worden toegelaten.
2.
Het bedrag van de vorderingen van pand- en hypotheekhouders dat door parate executie kan worden voldaan, wordt bepaald met inachtneming van artikel 483e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, met dien verstande dat voor het tijdstip van het opmaken van de staat in de plaats treedt het tijdstip waarop de insolventverklaring werd uitgesproken.