Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit Wwft 2018
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 21-05-2020
- Bronpublicatie:
11-05-2020, Stb. 2020, 147 (uitgifte: 20-05-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-05-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2020, Stb. 2020, 148 (uitgifte: 20-05-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Implementatiewet wijziging vierde anti-witwasrichtlijn (22-04-2020, Stb. 146).
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie en Veiligheid
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Belastingadviseur
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Prominente publieke functies als bedoeld in de definitie van politiek prominente persoon in de zin van artikel 1, eerste lid, van de wet zijn in elk geval:
- a.
staatshoofd, regeringsleider, minister, onderminister of staatssecretaris;
- b.
parlementslid of lid van een soortgelijk wetgevend orgaan;
- c.
lid van het bestuur van een politieke partij;
- d.
lid van een hooggerechtshof, constitutioneel hof of van een andere hoge rechterlijke instantie die arresten wijst waartegen, behalve in uitzonderlijke omstandigheden, geen beroep openstaat;
- e.
lid van een rekenkamer of van een raad van bestuur van een centrale bank;
- f.
ambassadeur, zaakgelastigde of hoge officier van de strijdkrachten;
- g.
lid van het leidinggevend lichaam, toezichthoudend lichaam of bestuurslichaam van een staatsbedrijf;
- h.
bestuurder, plaatsvervangend bestuurder, lid van de raad van bestuur of bekleder van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie.
2.
Middelbare of lagere functionarissen vallen niet onder de in het eerste lid bedoelde prominente publieke functies.
3.
Familierelaties als bedoeld in de definitie van familielid van een politiek prominente persoon in de zin van artikel 1, eerste lid, van de wet zijn:
- a.
de echtgenoot van een politiek prominente persoon of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot van een politiek prominente persoon wordt aangemerkt;
- b.
een kind van een politiek prominente persoon, de echtgenoot van dat kind of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot van dat kind wordt aangemerkt;
- c.
de ouder van een politiek prominente persoon.
4.
Personen bekend als naaste geassocieerde van een politiek prominente persoon in de zin van artikel 1, eerste lid, van de wet zijn:
- a.
een natuurlijke persoon van wie bekend is dat deze met een politiek prominente persoon de gezamenlijke uiteindelijk belanghebbende is van een juridische entiteit of een juridische constructie, of die met een politiek prominente persoon andere nauwe zakelijke relaties heeft;
- b.
een natuurlijke persoon die de enige uiteindelijk belanghebbende is van een juridische entiteit of juridische constructie waarvan bekend is dat deze is opgezet ten behoeve van de feitelijke begunstiging van een politiek prominente persoon.