Bekendmaking beoordeling toeleveringsovereenkomsten ex artikel 85 Verdrag oprichting EEG
5
Geldend
Geldend vanaf 03-01-1979
- Bronpublicatie:
18-12-1978, PbEG 1979, C 1 (uitgifte: 03-01-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-01-1979
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-1978, PbEG 1979, C 1 (uitgifte: 03-01-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Concentraties
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Deze bekendmaking, waardoor de ondernemingen er over het algemeen geen belang meer bij zullen hebben om door een individuele beschikking van de Commissie te doen ophelderen hoe de positie rechtens is, doet niet af aan de mogelijkheid voor de betrokken ondernemingen om een negatieve verklaring in de zin van artikel 2 van Verordening nr. 17 te verzoeken of de overeenkomst bij de Commissie aan te melden conform artikel 4, lid 1, van die verordening.
De bekendmaking van 1968 betreffende samenwerking tussen ondernemingen, waarin een reeks overeenkomsten worden opgenoemd die gezien hun aard de mededinging niet beperken, wordt aldus aangevuld op het gebied van de toeleveringsovereenkomsten. De Commissie herinnert er eveneens aan dat zij met het oog op de bevordering van de samenwerking tussen kleine en middelgrote ondernemingen een ‘bekendmaking inzake overeenkomsten van geringe betekenis die niet onder artikel 85, lid 1, van het EEG-Verdrag vallen’ heeft gepubliceerd.
Op het eventuele oordeel van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen over de betrokken overeenkomsten wordt door deze bekendmaking niet vooruit gelopen.