Einde inhoudsopgave
Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Straling
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
beheer van verbruikte splijtstoffen: alle activiteiten die te maken hebben met het hanteren, de voorbehandeling, de behandeling, het conditioneren, de opslag of de eindberging van verbruikte splijtstoffen, met uitzondering van het vervoer buiten het terrein van de faciliteit;
bron: splijtstof of erts;
buiten-ontwerpongeval: ongeval waarvan de kans dat het zich voordoet geringer is dan elk van de gepostuleerde begin-gebeurtenissen en waarbij niet is uit te sluiten dat door het vrijkomen van splijtstoffen of radioactieve stoffen de bij artikel 18 vastgestelde limietwaarden voor de gepostuleerde begin-gebeurtenissen worden overschreden;
gehalte: massagehalte van de elementen uranium, thorium en plutonium in splijtstoffen;
gepostuleerde begin-gebeurtenissen: redelijkerwijs mogelijk te achten voorvallen die bij juist functioneren van de daartoe speciaal ontworpen veiligheidssystemen tot voorzienbare bedrijfsgevolgen of ongevalsomstandigheden leiden die een besmetting of een blootstelling van de omgeving kunnen veroorzaken;
gevaarlijke stof: gevaarlijke stof als bedoeld in artikel 3, tiende lid, van de Seveso-richtlijn;
handeling: handeling als genoemd in artikel 15 van de wet, niet zijnde het vervoeren van, het voorhanden hebben bij opslag in verband met vervoer, of het binnen of buiten Nederlands grondgebied brengen of doen brengen van splijtstoffen of ertsen, uitgezonderd bij een interventie, een ongeval of een radiologische noodsituatie;
hoogactieve bron: hoogactieve bron als bedoeld in artikel 1.2 in samenhang met bijlage 1 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming;
ingekapselde bron: splijtstoffen of ertsen welke permanent in een omhulsel zijn ingekapseld, dan wel gebonden zijn in vaste vorm teneinde onder normale gebruiksomstandigheden iedere verspreiding van splijtstoffen of ertsen te voorkomen;
lid van de bevolking: een persoon uit de bevolking binnen of buiten een locatie, niet zijnde een werknemer gedurende zijn werktijd of een persoon die een medische blootstelling ondergaat;
locatie: inrichting of uitrusting als bedoeld in artikel 15, onder b of c, van de wet, locatie waarop een milieubelastende activiteit die is aangewezen in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving wordt verricht of plaats waar een handeling wordt verricht;
natuurlijk uranium: door een chemisch scheidingsproces verkregen uranium waarin de uraniumisotopen zich in de natuurlijke verhouding bevinden;
nucleaire drukapparatuur: speciaal voor nucleair gebruik in inrichtingen als bedoeld in artikel 15, onder b, van de wet ontworpen drukapparatuur die bij defecten de verspreiding van radioactiviteit kan veroorzaken, met uitzondering van splijtstofstaven en opslag- en transportverpakkingen;
ondernemer: natuurlijke persoon, rechtspersoon of bestuursorgaan onder wiens verantwoordelijkheid een handeling wordt verricht of maatregel wordt uitgevoerd;
ontmantelingsplan: plan met een beschrijving van de wijze waarop een inrichting als bedoeld in artikel 15, onder b, van de wet buiten gebruik wordt gesteld en ontmanteld;
Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;
referentiedreiging: lange termijnanalyse van dreigingen van diefstal van de in de bijlage genoemde splijtstoffen en ertsen dan wel van sabotage van die splijtstoffen of ertsen, of van inrichtingen als bedoeld in artikel 15, onder b, van de wet;
schade: nadelige gevolgen van ioniserende straling voor mensen, dieren, planten en goederen;
Seveso-richtlijn:Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad (PbEU 2012, L 197);
splijtstof of erts bevattende afvalstof: splijtstof die, of erts dat krachtens artikel 19 van dit besluit in samenhang met artikel 10.7, eerste en tweede lid, van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming als zodanig is aangemerkt en niet wordt geloosd;
verbruikte splijtstof: kernsplijtstof die bestraald is en permanent uit een reactorkern is verwijderd;
verrijkingsgraad: massagehalte van uranium-235 en uranium-233 tezamen in verrijkt uranium;
verrijkt uranium: uranium met een hoger massapercentage uranium-235 dan in natuurlijk uranium;
wet:Kernenergiewet.
2.
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder ‘activiteit’, ‘blootstelling’, ‘deskundige’, ‘effectieve dosis’, ‘eindberging’, ‘equivalente dosis’, ‘gezondheidsschade’, ‘omgevingsdosisequivalent’, ‘radiotoxiciteitsequivalent’, ‘richtlijn 2011/77/Euratom’, en ‘wet’ verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.2 in samenhang met bijlage 1 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming.
3.
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder ‘besmetting’, ‘lozing in de lucht’, ‘lozing in het openbare riool’ en ‘lozing in het oppervlaktewater’ verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.2 in samenhang met bijlage 1 van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming, met dien verstande dat in plaats van ‘radioactieve stoffen’ telkens ‘splijtstoffen of ertsen’ wordt gelezen.
4.
Vervallen.
5.
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder ‘voorhanden hebben’ mede verstaan: in bezit hebben, beheren, bewaren of anderszins feitelijk onder zich hebben, of het vervaardigen, bewerken, hanteren en opslaan, met uitzondering van het voorhanden hebben bij de opslag in verband met vervoer.
6.
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder drukvaten, installatieleidingen, veiligheidsappendages en onder druk staande appendages verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in het Warenwetbesluit drukapparatuur.