Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag
Artikel 11b
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
20-12-2017, Stb. 2017, 524 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2018, terugwerkend tot: 01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2017, Stb. 2017, 524 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Milieubelastingen / Algemeen
Milieubelastingen / Afvalstoffenbelasting
1.
De vrijstelling, bedoeld in artikel 29a van de wet, wordt verleend indien uit de administratie van de belastingplichtige blijkt welk gedeelte van de hoeveelheid afvalstoffen die in het tijdvak van aangifte ter verwijdering aan de inrichting is afgegeven, bestaat uit zuiveringsslib dat is bestemd om binnen de inrichting te worden verbrand.
2.
De verbranding van het zuiveringsslib, bedoeld in het eerste lid, moet plaatsvinden binnen drie jaar na de afgifte van dat zuiveringsslib aan de inrichting. De datum van verbranding wordt vastgelegd in de administratie, bedoeld in het eerste lid.
3.
Bij regeling van Onze Minister kunnen ten behoeve van de uitvoering van dit artikel nadere regels worden gesteld.