Einde inhoudsopgave
Protocol betreffende de Statuten van het Europees stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank
Artikel 10 De Raad van Bestuur
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2009
- Redactionele toelichting
Zie voor de partijgegevens van deze versie het Verdrag van Lissabon.
- Bronpublicatie:
13-12-2007, Trb. 2008, 11 (uitgifte: 01-02-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2010, Trb. 2010, 43 (uitgifte: 05-02-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
10.1.
Overeenkomstig artikel 283, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bestaat de Raad van bestuur uit de leden van de directie en de presidenten van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben.
10.2.
Ieder lid van de Raad van bestuur heeft één stem. Met ingang van de datum waarop het aantal leden van de Raad van bestuur meer dan 21 bedraagt, heeft ieder lid van de directie één stem. Het aantal presidenten met stemrecht bedraagt dan 15. De toewijzing en roulatie van deze stemrechten geschiedt als volgt:
- —
Met ingang van de datum waarop het aantal presidenten meer dan 15 en minder dan 22 bedraagt, worden de presidenten bij twee groepen ingedeeld volgens de rangorde van de omvang van het aandeel van de lidstaat van de NCB in kwestie in het geaggregeerde bruto binnenlands product tegen marktprijzen en in de totale geaggregeerde balans van de monetaire financiële instellingen van de lidstaten die de euro als munt hebben. Het aandeel in het bruto binnenlands product tegen marktprijzen en in de totale geaggregeerde balans van de monetaire financiële instellingen krijgt een gewicht van respectievelijk 5/6 en 1/6. De eerste groep bestaat uit vijf presidenten en de tweede groep uit de overige presidenten. De frequentie van de stemrechten van de bij de eerste groep ingedeelde presidenten zal niet lager zijn dan voor de presidenten van de tweede groep. Onder voorbehoud van het in de vorige zin bepaalde, krijgt de eerste groep vier stemrechten toegewezen en de tweede groep elf stemrechten.
- —
Met ingang van de datum waarop het aantal presidenten 22 bedraagt, worden de presidenten volgens een op basis van de voornoemde criteria vastgestelde rangorde bij drie groepen ingedeeld. De eerste groep bestaat uit vijf presidenten en krijgt vier stemrechten toegewezen. De tweede groep bestaat uit de helft van het totale aantal presidenten, waarbij iedere fractie naar boven wordt afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal, en krijgt acht stemrechten toegewezen. De derde groep bestaat uit de overige presidenten en krijgt drie stemrechten toegewezen.
- —
Binnen elke groep hebben de presidenten even lang stemrechten.
- —
Op de berekening van het aandeel in het geaggregeerde bruto binnenlands product tegen marktprijzen is artikel 29.2 van toepassing. De totale geaggregeerde balans van de monetaire financiële instellingen wordt overeenkomstig het ten tijde van de berekening in de Unie toepasselijke statistische kader, berekend.
- —
Telkens wanneer het geaggregeerde bruto binnenlands product tegen markprijzen[lees: marktprijzen] overeenkomstig artikel 29.3 wordt aangepast, dan wel telkens wanneer het aantal presidenten toeneemt, wordt overeenkomstig de voornoemde beginselen de omvang en/of de samenstelling van de groepen aangepast.
- —
Met tweederde meerderheid van de leden, die al dan niet stemrecht hebben, neemt de Raad van bestuur alle voor de toepassing van voornoemde beginselen noodzakelijke maatregelen en kan besluiten de invoering van het roulatiesysteem uit te stellen tot het aantal presidenten meer dan 18 bedraagt.
Slechts persoonlijk aanwezige leden hebben stemrecht. In afwijking van deze regel kan in het in artikel 12.3 bedoelde reglement van orde worden bepaald dat leden van de Raad van bestuur hun stem via een teleconferentie kunnen uitbrengen. Dat reglement van orde bepaalt tevens, dat een lid van de Raad van bestuur dat langdurig verhinderd is de vergaderingen van de Raad van bestuur bij te wonen, een plaatsvervanger kan aanwijzen als lid van de Raad van bestuur.
De bepalingen in de voorgaande paragrafen laten de stemrechten van alle leden van de Raad van bestuur, al dan niet met stemrecht, krachtens de artikelen 10.3, 10.6 en 41.2 onverlet.
Slechts persoonlijk aanwezige leden hebben stemrecht. In afwijking van deze regel kan in het in artikel 12.3 bedoelde reglement van orde worden bepaald dat leden van de Raad van bestuur hun stem via een teleconferentie kunnen uitbrengen. Dat reglement van orde bepaalt tevens, dat een lid van de Raad van bestuur dat langdurig verhinderd is de vergaderingen van de Raad van bestuur bij te wonen, een plaatsvervanger kan aanwijzen als lid van de Raad van bestuur.
De bepalingen in de voorgaande paragrafen laten de stemrechten van alle leden van de Raad van bestuur, al dan niet met stemrecht, krachtens de artikelen 10.3, 40.2 en 40.3 onverlet.
Tenzij in deze statuten anders is bepaald, besluit de Raad van bestuur met gewone meerderheid van de leden met stemrecht. Bij staking van stemmen brengt de president de beslissende stem uit.
De Raad van bestuur kan alleen tot stemming overgaan, indien een quorum van tweederde van de leden met stemrecht aanwezig is. Indien het quorum niet aanwezig is, kan de president een buitengewone vergadering bijeenroepen waar besluiten kunnen worden genomen zonder inachtneming van het bovenbedoelde quorum.
10.3.
Voor alle besluiten die op grond van de artikelen 28, 29, 30, 32, en 33 dienen te worden genomen, worden de stemmen van de leden van de Raad van bestuur gewogen overeenkomstig de verdeling van het geplaatste kapitaal van de ECB onder de nationale centrale banken. Aan de stemmen van de directieleden wordt een gewicht van nul toegekend. Een besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wordt geacht te zijn aangenomen wanneer de stemmen voor het besluit ten minste twee derde van het geplaatste kapitaal van de ECB en ten minste de helft van de aandeelhouders vertegenwoordigen. Indien een president verhinderd is, mag hij een plaatsvervanger aanwijzen om zijn gewogen stem uit te brengen.
10.4.
De besprekingen van de vergaderingen zijn vertrouwelijk. De Raad van bestuur kan besluiten het resultaat van zijn beraadslagingen openbaar te maken.
10.5.
De Raad van bestuur vergadert ten minste tienmaal per jaar.