Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1727 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), en tot vervanging en intrekking van Besluit 2002/187/JBZ
Artikel 59 Afwijkingen voor specifieke situaties
Geldend
Geldend vanaf 11-12-2018
- Bronpublicatie:
14-11-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1727)
- Inwerkingtreding
11-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1727)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Algemeen
EU-recht / Instituties
Politierecht / Organisatie
Staatsrecht / Rechtspraak
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Bij ontstentenis van een adequaatheidsbesluit, of van voldoende waarborgen op grond van artikel 58, kan Eurojust operationele persoonsgegevens enkel doorgeven aan een derde land of aan een internationale organisatie indien de doorgifte noodzakelijk is:
- a)
om de vitale belangen van de betrokkene of van een andere persoon te beschermen;
- b)
om de legitieme belangen van de betrokkene te waarborgen;
- c)
om een onmiddellijke en ernstige bedreiging van de openbare veiligheid van een lidstaat of een derde land te voorkomen; of
- d)
in individuele gevallen, voor de uitvoering van de taken van Eurojust, tenzij Eurojust bepaalt dat de grondrechten en fundamentele vrijheden van de betrokkene zwaarder wegen dan het algemeen belang van de doorgifte.
2.
Indien een doorgifte op lid 1 is gebaseerd, wordt deze doorgifte gedocumenteerd en moet de documentatie desgevraagd ter beschikking gesteld van de EDPS. Die documentatie bevat een vermelding van de datum en tijd van doorgifte, en informatie over de ontvangende bevoegde autoriteit, over de reden voor de doorgifte en over de doorgegeven operationele persoonsgegevens zelf.