Einde inhoudsopgave
Provinciewet
Artikel 229 [Vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf]
Geldend
Geldend vanaf 17-02-1999
- Bronpublicatie:
28-01-1999, Stb. 1999, 30 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken: 25836)
- Inwerkingtreding
17-02-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-1999, Stb. 1999, 40 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Provinciale belastingen
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Degene die ingevolge de belastingverordening aanspraak kan maken op een gehele of gedeeltelijke vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf kan binnen zes weken nadat de omstandigheid welke die aanspraak deed ontstaan, zich heeft voorgedaan, of, voor zover het een belasting betreft die bij wege van aanslag wordt geheven en op dat tijdstip nog geen aanslagbiljet is uitgereikt of toegezonden, binnen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet, een aanvraag tot het verkrijgen van vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf indienen bij de in artikel 227a, tweede lid, onderdeel b, bedoelde provincieambtenaar.
2.
Het eerste lid vindt overeenkomstige toepassing ingeval de belasting op andere wijze wordt geheven.
3.
De in artikel 227a, tweede lid, onderdeel b, bedoelde provincieambtenaar beslist op de aanvraag bij voor bezwaar vatbare beschikking.