Einde inhoudsopgave
Regeling Wfsv
Artikel 3.4b Berekening herziening in verband met meer dan 30% extra verloonde uren
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
08-07-2019, Stcrt. 2019, 38919 (uitgifte: 15-07-2019, regelingnummer: 2019-0000100495)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-2019, Stcrt. 2019, 38919 (uitgifte: 15-07-2019, regelingnummer: 2019-0000100495)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Bij de berekening van het percentage, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit Wfsv wordt het aantal verloonde uren in een kalenderjaar, bedoeld in dat onderdeel, berekend door de verloonde uren in alle aangiftetijdvakken van dat kalenderjaar uit alle dienstbetrekkingen tussen de betreffende werkgever en werknemer bij elkaar op te tellen.
2.
Bij de berekening van het aantal uren dat als omvang van de te verrichten arbeid is overeengekomen ten aanzien van de dienstbetrekking of dienstbetrekkingen tussen de betreffende werkgever en werknemer, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit Wfsv wordt deze omvang:
- a.
per dienstbetrekking en per aangiftetijdvak berekend als afgeleide van het in de aangifte opgegeven aantal contracturen per week, waarbij het aantal contracturen per week:
- 1°
bij een aangiftetijdvak van vier weken wordt vermenigvuldigd met 4;
- 2°
bij een aangiftetijdvak van een maand wordt vermenigvuldigd met 13/3;
- 3°
bij een aangiftetijdvak van een half jaar wordt vermenigvuldigd met 26;
- 4°
bij een aangiftetijdvak van een jaar wordt vermenigvuldigd met 52;
- b.
zoals ingevolge onderdeel a berekend rekenkundig afgerond op 2 decimalen; en
- c.
uit alle aangiftetijdvakken in een kalenderjaar en alle dienstbetrekkingen tussen de betreffende werkgever en werknemer bij elkaar opgeteld om de overeengekomen arbeidsomvang per kalenderjaar te berekenen.
3.
In het geval waarin de dienstbetrekking niet het gehele aangiftetijdvak heeft geduurd, wordt in afwijking van het tweede lid, onderdeel a, het in de loonaangifte opgegeven aantal contracturen per week vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen dat de dienstbetrekking in dat aangiftetijdvak heeft geduurd en vervolgens gedeeld door 7. De overeengekomen omvang van de te verrichten arbeid per aangiftetijdvak wordt rekenkundig afgerond op 2 decimalen.
4.
Bij de bepaling van het aantal contracturen per week ingevolge het tweede lid wordt gedurende het gehele aangiftetijdvak uitgegaan van het aantal contracturen per week dat van toepassing is op de laatste dag van het aangiftetijdvak of, indien de dienstbetrekking gedurende het aangiftetijdvak is geëindigd, op de laatste dag van de dienstbetrekking.
5.
Het percentage, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit Wfsv wordt naar beneden afgerond op een heel percentage.
6.
Het gemiddelde aantal uren dat is overeengekomen in arbeidsovereenkomsten die voldoen aan de voorwaarden voor toepassing van het lage premiepercentage, bedoeld in artikel 2.3, derde lid, van het Besluit Wfsv, wordt berekend door de totale omvang van de te verrichten arbeid op jaarbasis te delen door de duur van de dienstbetrekking of dienstbetrekkingen waarop het lage premiepercentage van toepassing is, uitgedrukt in weken. Het bepaalde in het tweede, derde en vierde lid is van overeenkomstige toepassing. Dit getal wordt naar boven afgerond op hele uren.
7.
Voor het bepalen van de duur van de dienstbetrekking of dienstbetrekkingen, uitgedrukt in weken als bedoeld in het zesde lid, wordt het aantal kalenderdagen dat er tussen de werkgever en werknemer een of meer dienstbetrekkingen hebben bestaan waarop het lage premiepercentage van toepassing is, gedeeld door 7. Dit getal wordt rekenkundig afgerond op 2 decimalen.