Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, Lid-Staten der Europese Gemeenschappen, het Koninkrijk Denemarken, Ierland, het Koninkrijk Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland, het Koninkrijk Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1973
- Bronpublicatie:
22-01-1972, Trb. 1972, 25 (uitgifte: 22-02-1972, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1973
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-1973, Trb. 1973, 63 (uitgifte: 01-01-1973, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Energierecht (V)
Dit Verdrag zal door de Hoge Verdragsluitende Partijen worden bekrachtigd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen. De Akten van bekrachtiging zullen uiterlijk 31 december 1972 worden neergelegd bij de Regering van de Italiaanse Republiek.
Dit Verdrag treedt in werking op 1 januari 1973, mits alle Akten van bekrachtiging voor dit tijdstip zijn neergelegd en mits alle Akten van toetreding tot de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal op dit tijdstip zijn neergelegd.
Indien echter niet alle in artikel 1, lid 1, genoemde Staten tijdig hun Akten van bekrachtiging en hun Akten van toetreding hebben neergelegd, treedt het Verdrag in werking voor die Staten die tot de nederlegging zijn overgegaan. In dit geval besluit de Raad van de Europese Gemeenschappen, met eenparigheid van stemmen, onmiddellijk over de hierdoor noodzakelijk geworden aanpassingen van artikel 3 van het onderhavige Verdrag en van de artikelen 14, 16, 17, 19, 20, 23, 129, 142, 143, 155 en 160 van de Akte betreffende de voorwaarden van toetreding en de aanpassing van de Verdragen, de bepalingen van zijn bijlage I, die betrekking hebben op de samenstelling en de functionering van verschillende comités en van de artikelen 5 en 8 van het Protocol betreffende de Statuten van de Europese Investeringsbank, gehecht aan deze Akte; de Raad kan eveneens, met eenparigheid van stemmen, de bepalingen van voornoemde Akte, die betrekking hebben op een met name genoemde Staat die zijn Akten van bekrachtiging en van toetreding niet heeft neergelegd, vervallen verklaren of aanpassen.