Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit 2005/667/JBZ tot versterking van het strafrechtelijk kader voor de bestrijding van verontreiniging vanaf schepen
Artikel 11 Uitvoering
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2005
- Bronpublicatie:
12-07-2005, PbEU 2005, L 255 (uitgifte: 30-09-2005, regelingnummer: 2005/667/JBZ)
- Inwerkingtreding
01-10-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2005, PbEU 2005, L 255 (uitgifte: 30-09-2005, regelingnummer: 2005/667/JBZ)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten treffen de nodige maatregelen om uiterlijk op 12 januari 2007 aan dit kaderbesluit te voldoen.
2.
De lidstaten delen het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie vóór diezelfde datum de tekst mee van de bepalingen waarmee zij hun verplichtingen op grond van dit kaderbesluit in nationaal recht omzetten. De Raad gaat op basis van die informatie en van een schriftelijk verslag van de Commissie vóór 12 januari 2009 na in hoeverre de lidstaten de maatregelen hebben genomen die nodig zijn om aan dit kaderbesluit te voldoen.
3.
Uiterlijk op 12 januari 2012 dient de Commissie, op basis van door de lidstaten verstrekte informatie over de praktische toepassing van de bepalingen ter uitvoering van dit kaderbesluit, bij de Raad een verslag in en doet zij de voorstellen die zij passend acht. Hiertoe kunnen voorstellen behoren die inhouden dat de lidstaten, met betrekking tot de in hun territoriale wateren, exclusieve economische zone of soortgelijke zone gepleegde delicten, vaartuigen die de vlag van een andere lidstaat voeren, niet beschouwen als vreemd vaartuig in de zin van artikel 230 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982.